• Rob, Tom en Kees Metz (vlnr.) met links een schilderij van moeder Nel in haar jonge jaren.
• Rob, Tom en Kees Metz (vlnr.) met links een schilderij van moeder Nel in haar jonge jaren. Foto: Lya Cattel

Pasen roept meer herinneringen op

'We zijn niet zo familieziek'

Herinneringen ophalen aan vroeger. Dat doen de drie broers Kees, Rob en Tom Metz niet zo vaak. Maar voor deze gelegenheid vinden ze het wel heel leuk.

Ze komen uit een 'traditioneel gezin', vinden ze zelf. Vader Kees was aannemer, moeder Nel huisvrouw. "Ja, ze zat met de thee klaar als we uit school kwamen", herinnert oudste zoon Kees (69) zich nog goed. Vader verdiende goed met zijn eigen bedrijf, was ook altijd keihard aan het werk. In de vakantie gingen ze drie weken op vakantie, naar Italië, naar het Lago Maggiore of het Gardameer. "Vroeger deden we er drie dagen over om daar te komen", vertelt Rob (67). "Dan overnachtten we in een raststätte in Duitsland." "En ik mocht de eerste keer niet mee", weet Tom (63) nog. "Ik was toen vijf en kon nog niet zwemmen. Ik ben bij opa en oma in Amsterdam gaan logeren en moest daar op zwemles." Toen hij in de loop van dat jaar zijn zwemdiploma had gehaald, mocht hij het jaar daarop wel mee op vakantie. Vader reed eerst in een Chevrolet, later een Mercedes. "DT-45-50, dat was het nummerbord", weet Kees zich nog precies te herinneren. Later kwam er een Volvo. "88-56-EM", roepen de drie broers tegelijk, waarna ze beginnen te bulderen van het lachen.

"Wij waren best verwende kinderen", vindt Kees. Maar in die tijd realiseerden de jongens zich dat niet zo. "Ik zamelde gewoon met mijn kornuiten oude kranten in om een centje bij te verdienen", vertelt Rob. Kees was 'gezagsgetrouw', vindt hij zelf. 'Een lief mannetje', vinden zijn broers. Hij studeerde hard, haalde zijn HBS-B diploma, ging bouwkunde studeren aan de TU in Delft en bedrijfskunde aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. Maakte carrière en werd bouwcoördinator voor de Tweede Kamer in Den Haag. "Wij waren één groot drama", schateren Rob en Tom. "Lang haar, roken en drinken, wij deden het allemaal."

'Moeder zat klaar met een kopje thee als we uit school kwamen'

Rob ging na de HBS in Utrecht sociologie studeren, waar hij ook op kamers ging wonen. "Ik wilde het liefst in een band spelen", zegt hij. "Maar mijn vader had me dat verboden. Toen ik één week in Utrecht woonde, zat ik in een bandje waar ik altijd in de weekenden mee ging optreden. Toen de leden van de band me een keer in Zaltbommel kwamen ophalen, waarschuwde mijn vader me: 'Als jij met dat langharig tuig vertrekt, kom je er hier thuis nooit meer in', riep hij. Hij was een strenge man. Maar ik ging toch, want mijn hart ging uit naar de muziek. Mijn moeder heeft dat uiteindelijk weer gesust."

Ook Tom bezorgde zijn ouders grijze haren. Het gezin woonde in de Boschstraat, maar Tom's vrienden woonden in 'De Balkan' oftewel de Binnenvergt, de wijk die toen niet al te best bekend stond. "'Wat heb je daar toch te zoeken' riep mijn vader altijd", vertelt Tom. "Maar ik vond het daar geweldig. Ik zat regelmatig op het politiebureau. Ik vond het leuk om met mijn vriendjes brandjes te stichten en rottigheid uit te halen. Ik kreeg dan later altijd ontzaglijk op mijn flikker van mijn vader, maar hij nam het ook wel eens voor me op. Ik zat een keer op het bureau bij een agent toen daar de telefoon over ging. Ik kon mijn vader letterlijk verstaan, zo hard sprak hij. Hij zei tegen die agent dat ik als de sodemieter naar huis toe moest komen. Want ik moest nog eten en ik moest nog huiswerk maken. Die agent zei dat hij daar niet aan kon beginnen. Maar toen het telefoongesprek beëindigd was, stelde hij mijn nog één vraag en stuurde me daarna naar huis."

Het geloof speelde geen enkele rol in huize Metz. "Mijn moeder was zelfs heel erg anti religie", weet Tom nog goed. "Toen ik op de Philipsschool zat, werd daar één keer per week godsdienstles gegeven. Daar mocht ik van haar niet naar toe." Kerstmis was dan ook niet zo belangrijk voor het gezin. "We gingen meestal naar opa en oma in Amsterdam", vertelt Kees. "Zij hadden een kerstboom en legden daar cadeautjes onder. En bij onze andere oma hebben we weleens konijn enzo gegeten." Als ze niet bij de grootouders gingen eten, maakte moeder Nel het kerstdiner. "Ze was een echte keukenprinses, maar niet heus", lacht Tom. En Rob vult aan: "Als wij thuis kerst vierden, dan deed ze cranberrysaus bij de aardappelen. En met Pasen kregen we gekookt ei in gehaktbal." Pasen roept nog meer herinneringen op: bij het ontbijt werd elk jaar de wedstrijd gehouden 'wie eet de meeste eieren'. "De broer van mijn vader woonde naast ons", vertelt Kees. "Hij belde halverwege op om te vragen hoe de score was. Want hij deed op dat moment met zijn gezin dezelfde wedstrijd."

Mooie herinneringen zijn het, aan een warm nest, een fijn gezin. Toen ze volwassen werden, gingen ze alle drie hun eigen weg. Kees is gepensioneerd, maar net als zijn vader actief in de gemeenteraad. Zijn vader zat voor Gemeentebelangen in de raad, Kees is momenteel fractievoorzitter van de lokale partij ZVV. Rob heeft verschillende banen gehad en is op dit moment nog dagelijks actief als mede-beheerder van De Grote Aak. Tom is de creatieve kant opgegaan nadat hij de MTS voor fotografie heeft gedaan in Den Haag. Hij is audiovisueel ondernemer. Ze zijn niet bepaald 'familieziek', vinden de drie broers. Hebben heel verschillende interesses, leiden hun eigen leven. Maar ze vonden een jaar of twee geleden dat ze elkaar toch wel érg weinig zagen. Daarom spreken ze nu één keer in de vier, vijf of zes weken met elkaar af in De Koopvaardij om een beetje met elkaar bij te praten. Bevalt goed. Kerstmis vieren ze niet samen, dat is er nooit zo van gekomen en vinden ze alledrie ook wel best. "Mijn kinderen komen op kerstavond lekker eten en de volgende dag gaan mijn vrouw en ik naar een vakantiehuis in Tsjechië", vertelt Tom. Kees doet waarschijnlijk iets gezelligs met vrienden en Rob heeft nog geen plannen.