• Ook NEO'25 wist Mathijs Libbers niet van scoren te weerhouden.
• Ook NEO'25 wist Mathijs Libbers niet van scoren te weerhouden. Foto: Gijs van Tuijl

'Noodspits' Mathijs Libbers goudhaantje bij seizoensstart GVV'63

'Twintig doelpunten maken is haalbaar'

gameren/zaltbommel • Een golf van Nivo Sparta-spelers gaf GVV'63 in de zomer van 2016 een welkome kwaliteitsinjectie. De dorpsclub was na een sprookjesavontuur in de tweede klasse net kansloos uit de derde klasse gekelderd. Het kon alle hulp gebruiken om weer terug op dat niveau te komen en daarbij bood een aanzienlijk aantal spelers van de tweedeklasser soelaas. Één van de zes aanwinsten uit Zaltbommel was Mathijs Libbers. Bij Nivo Sparta was hij, tot zijn grote spijt, allesbehalve de vast keuze: "Ik hing een beetje tussen het eerste en het tweede elftal in en ik had niet het idee dat ik daar beter van werd. Bij GVV'63 hadden ze gehoord dat ik veel wissel zat en daarom vroegen ze me of ik het misschien leuk zou vinden om bij hen te komen voetballen. Het leek me eigenlijk wel wat; gewoon iedere week spelen. Ik heb het prima naar m'n zin, de sfeer is goed. Ik ervaar het ook als een stuk relaxter dan bij Nivo. Hier is het in de wedstrijd honderd procent inzet, maar na de wedstrijd is er wel tijd voor een drankje en gezelligheid."

Als linksbuiten was hij voor de ploeg van het trainersduo Jan van Setten/Gilberto Smit vorig seizoen van waarde, maar eigenlijk belandde Libbers in een ver verleden min of meer per toeval in de voorste linie. Sindsdien is hij daar niet meer weg te denken. De 22-jarige aanvaller uit Zaltbommel doorliep de hele jeugdopleiding van Nivo Sparta, waar hij juist achterin begon. "In de F- en de E-teams stond ik altijd centraal achterin. Ik vond aanvallen altijd best wel leuk, ik was vroeger al de verdediger die veel scoorde. Toen we naar de D gingen, kreeg ik een andere leider en tegen hem heb ik eigenlijk een beetje gelogen over mijn positie. Ik heb gezegd dat ik linksbuiten was. Sindsdien speel ik voorin."

Libbers vertelt het met een 'big smile'. En terecht. De verwisseling van positie legde hem immers geen windeieren. In het jaar erna werd hij met bijna vijftig doelpunten topscorer van de D1. Het sterke punt van de 1 meter 96 lange aanvaller was destijds al zijn imposante postuur, dat zich een stuk eerder ontwikkelde dan bij zijn leeftijdsgenoten. Ook in het eerste elftal van GVV'63 is Libbers langer dan een groot aantal van zijn ploeggenoten. Vooral het contrast met concullega Daniel Gonçalves is groot: de twee schelen bijna twee koppen. Toch wist ook Libbers zich staande te houden op de flank, want ondanks zijn ietwat slungelige voorkomen beschikt hij over een verdienstelijke basistechniek. Alles wees erop dat hij ook dit seizoen als vleugelaanvaller zou aanvangen, maar het geblesseerd wegvallen van Thomas van der Ley veranderde zijn lot: "Uit nood kwam ik in de spits terecht en dat bevalt me wel. Het is leuk om doelpuntjes mee te prikken en belangrijk te zijn voor het team."

En dat doet hij met verve; in de eerste zes duels maakte hij maar liefst negen doelpunten. Daarmee voert hij onbedreigd het topscorersklassement van de Bommelerwaard aan. Dat kan ook een keerzijde hebben, weet Libbers: "Ja, nu zullen ze misschien wel extra rekening met me gaan houden. Tegenstanders lezen de stukjes ook op internet. Het is bij ons trouwens niet 'alle ballen op Mathijs, want hij scoort makkelijk'. Nee, je moet wel normaal blijven voetballen."

Met een seizoensstart als deze kan de broodnuchtere spits niet om een voorspelling over dit seizoen heen. Bijna schoorvoetend noemt hij het aantal goals dat zijn doel is: "Ik ben normaal niet van de doelpunten, maar zoals ik nu ben gestart is twintig doelpunten maken haalbaar." En waar staat GVV'63 aan het einde van de rit, inclusief die goals? "Ik denk wel dat we hoog in de middenmoot kunnen meedraaien. En misschien met een periodetitel onze slag moeten slaan. Voetballend is het een heel stuk beter dan in de vierde klasse. Daar was het heel veel hakken en zagen. Nu moet er meer gevoetbald worden en ik denk dat sommige jongens daardoor beter uit de verf komen. We gunnen elkaar een hoop en zijn niet vies om een paar meter voor elkaar te lopen. Dat is echt een kracht van ons elftal."

Martin van Hemert