Gezienus d'n ongewone (deel 7)
Wat vooraf ging: Gezienus houdt zich inmiddels volledig bezig met aanleg en onderhoud van particuliere tuinen in en rondom Zaltbommel. Daarbij heeft hij in de Ruiterstraat kennisgemaakt met Alida van Zuylen.
Alida is negentien jaar en heeft haar opleiding genoten op een particulier internaat. Ze woont inmiddels bijna een jaar in Zaltbommel en houdt zich bezig met allerlei kunstzinnige zaken, zoals pianospelen en het schrijven van gedichten.
Gezienus gaat verder met zijn werkzaamheden maar kan Alida niet uit zijn gedachten bannen. En jawel hoor, een aantal dagen later trekt hij de stoute schoenen aan, stelt met zorg een fraai boeket bloemen samen, en maakt, stijf van de zenuwen, zijn opwachting bij Alida, die hem blij verrast ontvangt, en meeneemt naar de salon.
Hij maakt kennis met de huidhoudster en gedrieën drinken ze thee. Gezienus vertelt zijn levensverhaal. Alida laat merken het reuze spannend te vinden en vraagt honderduit. Juffrouw Zorgdrager fronst af en toe haar wenkbrauwen bij het horen van het relaas. Dat Alida kennis heeft aan een jongeman, van toch wel lage afkomst, kan ze nog maar moeilijk accepteren.
Gezienus neemt afscheid van de beide dames, dankt hen voor de gastvrijheid, en huppelt als het ware naar huis. Hij is verliefd!
Ze leren elkaar beter kennen en dan komt de onvermijdelijke dag dat Gezienus vraagt of ze met hem wil trouwen. Alida zegt volmondig ja, maar vertelt hem dat hij toestemming aan haar tante moet vragen.
Gedrieën, juffrouw Zorgdrager gaat ook mee, ondernemen ze de reis per trein naar Zeeland. Een hele onderneming in die tijd. Met de trein tot Middelburg en vandaar verder per koets naar Domburg.
Per brief had juffrouw Zorgdrager een drietal kamers gereserveerd in het Badhotel voor een aantal dagen.
De volgende dag gaan ze de tante van Alida bezoeken in het kuuroord. Alida en juffrouw Zorgdrager gaan allereerst samen naar haar toe en Gezienus blijft wachten in de zonnige serre. Na ongeveer een half uur komt Alida hem halen en zegt met een stralend gezicht dat tante hem graag wil ontmoeten.
De vrouw die Gezienus in bed ziet liggen oogt bleek en mager, maar haar ogen stralen als ze haar hand uitsteekt om hem te begroeten. Ze stuurt de beide dames weg. "Daar ben je dan", zegt ze. "Alida heeft al van alles over je verteld in haar brieven. Zeg eens, wat zijn je plannen?"
Ruim een uur zit Gezienus op een stoel naast haar bed en vertelt. Al die tijd zegt mevrouw de Roock niets maar knikt af en toe instemmend. Dan vraagt ze Gezienus om Alida te gaan halen. Ze is inmiddels, met wat extra kussens in haar rug, rechtop gaan zitten.
Ze vraagt hen beiden dichterbij te komen en pakt hun handen. "Kinderen, zegt ze, mijn zegen hebben jullie. Wees gelukkig met elkaar."
Wordt vervolgd.