• André van Veen van Zuilichem en Maurice Haubrich van Brakel.
• André van Veen van Zuilichem en Maurice Haubrich van Brakel. Foto: Lya Cattel

'Je zou bijna ruzie in de familie krijgen vanwege dat rotte voetbal'

Derby zet de verhoudingen op scherp

zuilichem/brakel • De één kijkt er misschien met meer vertrouwen naar uit dan de ander: allebei hebben ze vooral heel veel zin in de confrontatie tussen Brakel en Zuilichem. Tijdens de laatste keer, op 12 maart 2011, was Maurice Haubrich (39) nog 'gewoon' speler. Inmiddels is hij gestopt, maar nadat hij het afgelopen seizoen in het vierde van Brakel ondanks het kampioenschap 'iets miste', is hij weer net zo fanatiek actief in het tweede elftal, als in zijn achttien seizoenen in de hoofdmacht. Zuilichem-held André van Veen is tien jaar ouder. De goaltjesdief van weleer kan tot zijn grote spijt vanwege fysieke problemen niet meer zelf voetballen. Zijn bijnaam André 'D'n Bonne' doet overigens waarschijnlijk meer belletjes rinkelen. Zoals dat vaker in deze contreien voorkomt.

Het is mooi om op deze zaterdagochtend de voetbalverhalen van vroeger in sneltreinvaart over tafel te horen vliegen. Over André's confrontaties met Gerrit 'D'n Olle', die al-tijd voor het eerste fluitsignaal André waarschuwde dat die geen bal zou raken. En dat Gerrit dan de destijds beter voetballende Van Veen zonder genade onderuit schopte. Of over de keren dat Haubrich met Brakel nacompetitie om promotie speelde. De Veerdam werd dan afgezet met bouwhekken en zeilen, om er maar voor te zorgen dat toeschouwers niet konden meegenieten zonder entree te hoeven betalen.

Maar de mooiste verhalen uit de oude doos gaan over, hoe kan het ook anders, de wedstrijden tussen Brakel en Zuilichem. In totaal speelden Van Veen en Haubrich bijna veertig seizoenen in één van beide hoofdmachten, maar de duels tussen beide dorpsclubs zijn voor hen altijd iets speciaals geweest. "Lekker fel trainen, want we leefden er de hele week naartoe. Dat was het mooiste" vertelt Haubrich. "En dan op zaterdagochtend vier keer naar de wc van de spanningen." "Ja, dat had ik ook altijd", beaamt Van Veen. "Niet per se omdat ik zenuwachtig was. Maar gezonde spanning was er wel. En het mooiste was altijd…" Haubrich: "Als wij wonnen, ja. Dat was geweldig." "Neenee, het mooie was: na het voetbal was het altijd klaar."

Behalve dan die keer dat Van Veen haast een familievete ontketende. Met Zuilichem ging hij op bezoek bij Brakel, waar zijn neefje Alfred van Mil speelde. En hoe warm de familiebanden ook zijn: tijdens de derby is er geen ruimte voor zulk soort sentimenten. En dus smeerde Van Veen zijn bloedeigen neefje een rode kaart aan. "Ik had de bal en zag er in m'n ooghoek ene aan komen stieren. Die schopte me en omdat ik licht op m'n tenen stond liet ik me vallen alsof-ie me half ongelukkig schopte. Ik ging tekeer als een leeuw en Alfred kreeg rood. Mijn vader leefde toen nog en zei: 'je zou bijna ruzie in de familie krijgen vanwege dat rotte voetbal'. We wonnen die wedstrijd toen trouwens wel, dus in Brakel werd me dat niet bepaald in dank afgenomen", vertelt Van Veen met een goed gevoel voor understatement.

Nu de derby weer op het programma staat, worden de verhoudingen ook weer op scherp gezet. Toch verwacht Van Veen dat het er zaterdag anders aan toegaat dan in de tijd dat hij de kleuren van Zuilichem verdedigde: "De spelers kennen elkaar en zitten 's avonds met elkaar in de kroeg. Dat kun je niet meer vergelijken met vroeger. Toen was er meer rivaliteit. En misschien zijn er nu ook wel jongens die denken dat ze toch over een paar jaar samen voetballen." Het is immers niet de vraag óf Brakel en Zuilichem gaan fuseren, maar wanneer. Van Veen verwacht dat die beslissing nabij is. "Hoe langer het duurt, hoe duidelijker het wordt dat Brakel en Zuilichem het beste samen kunnen gaan." Haubrich: "Ze zijn daar achter de schermen volop mee bezig. Dat kan zomaar sneller gaan dan iedereen verwacht. Maar dan nog zou ik het in een derby als speler nooit laten lopen. En André ook niet. Wij zitten hetzelfde in elkaar. André heeft tig jaar gevoetbald, en ik ook lang. Zuilichem is André's cluppie en Brakel is mijn cluppie. Dat zit toch in je hart. Of je nou 38 bent of 68: dat blijft altijd."

Martin van Hemert