• Robbie Dell'Aira (links) en Roland Gieles bij het Stadskasteel.
• Robbie Dell'Aira (links) en Roland Gieles bij het Stadskasteel. Foto: Janneke Boogaard

Was Maarten van Rossem een schurk of toch een edelman?

'Geschiedenis is niet statisch'

zaltbommel • Een heel klein doosje met een nog kleiner tekeningetje, in een vergeten hoekje van een Antwerps museum. Daar begon het allemaal mee. "Op dat tekeningetje van een paar centimeter doorsnede werd de aftocht van Maarten van Rossem na zijn aanval op Antwerpen verbeeld", vertelt Robbie Dell'Aira. "Het intrigeerde me meteen. Ik ben geboren in Zaltbommel en kom al mijn hele leven in het Stadskasteel, het huis van Maarten van Rossem. Daar wist niemand van het bestaan van die tekening."

Die intrigerende vondst is nu precies twintig jaar geleden. In de tussentijd ontdekte Dell'Aira dat het zestiende-eeuwse tekeningetje begin achttiende eeuw door Constantijn Francken is uitvergroot tot een metersgroot schilderij. "Ik wilde daar altijd al iets mee in Zaltbommel. Drie jaar geleden is dat balletje echt gaan rollen." Majo Slosser, beheerder van het Stadskasteel, bracht Dell'Aira in contact met Roland Gieles, ook een kunsthistoricus uit Zaltbommel, én maakte de opmerking dat het in 2017 475 jaar geleden zou zijn dat Maarten van Rossem naar Antwerpen trok.

Verre van saai

Dat 'jubileum' werd uiteindelijk het aanknopingspunt voor een symposium, dat zich op 18 november gaat afspelen in de Gasthuiskapel in Zaltbommel. Een hele dag lang wordt het verhaal van Maarten van Rossem en zijn slag bij Antwerpen binnenstebuiten gekeerd. Saai? Verre van, als je Gieles en Dell'Aira erover hoort vertellen. Zij vroegen zich af waarom die aanval op Antwerpen zoveel aandacht kreeg in de kunstgeschiedenis - er zijn ook een paar beroemde houtsnedes over die gebeurtenis. Het antwoord vonden ze in het toonaangevende naslagwerk over die tijd: 'Beschryvinghe van alle de Nederlanden' van Guicciardini. "Hij schrijft dat de aanval door Maarten van Rossem één van de belangrijkste gebeurtenissen is geweest in de zestiende eeuw in Antwerpen. En dan moet je weten dat Antwerpen in die tijd de belangrijkste stad van Noordwest-Europa was", vertelt Roland met zichtbaar respect.

Spionnen

Het effect van die gebeurtenis was overigens niet wat Maarten ervan zal hebben verwacht. Zijn plan om Antwerpen in te nemen lekte via spionnen uit, zodat het stadsbestuur de muren en poorten had verstevigd en de gezant van de veldheer zonder pardon weer wegstuurde. "Hij had bovendien niet genoeg kanonnen om zo'n grote stad in te kunnen nemen. Dus het was eigenlijk vooral bluf", lacht Dell'Aira. "Maar het heeft ongetwijfeld veel indruk gemaakt op de inwoners. Moet je je voorstellen dat er 14.000 soldaten en 2500 paarden voor de poorten van jouw stad staan."

Hoe die aanval vanuit Antwerps perspectief de geschiedenis is ingegaan, is één van de onderwerpen tijdens het symposium op 18 november. "Het was heel goed voor het aanzien van de stad, die daardoor extra aantrekkelijk werd voor mensen om er zich te vestigen. Vandaar dat de aanval zo'n belangrijke gebeurtenis was", legt Dell'Aira uit.

Maarten van Rossem werd in Antwerpen afgeschilderd als een schurk en bendeleider. "Dat stond op pamfletten die rond de aanval werden verspreid. Dat zijn die houtsnedes geweest die later zo beroemd werden. Ook in de zestiende eeuw kon je dus al slachtoffer worden van een media-oorlog." De twee kunsthistorici hebben emeritus-hoogleraar Herman Pleij gestrikt om een lezing te geven over dat aspect.

Nu nog staat Maarten van Rossem vooral bekend als berucht plunderaar. Toch hebben Dell'Aira en Gieles bewondering voor hem. "Dat plunderen was in die tijd normaal: de inkomsten werden gebruikt om de soldaten te betalen. Dat waren vaak boerenjongens die maar wat graag met Maarten van Rossem meegingen, want ze kwamen een stuk rijker terug. En het is ook bijzonder dat een lage edelman uit Rossum veldmaarschalk werd in het vorstendom Gelre, dat in hoog aanzien stond. Hij was een goed strateeg en diplomaat. Willem van Oranje was zijn belangrijkste leerling en die had veel respect voor Maarten van Rossem. Zo zie je maar, geschiedenis is niet statisch. Het is leuk om daar een beetje in te roeren."

Het symposium zal wetenschappelijk verantwoord zijn, maar ook leuk. "Het worden heel toegankelijke lezingen. Boeiend voor iedereen, zeker als je in deze streek woont." Naast Dell'Aira, Gieles en Pleij spreken Marjan Witteveen en Marie Juliette Marinus. De dag wordt om 10: 30 muzikaal geopend met zestiende-eeuwse muziek op het carillon van de Gasthuistoren. De lezingen duren van 11:00-16:00 uur, met een muzikaal intermezzo. Aanmelden kan via symposiummvr2017@gmail.com. Deelname kost 30 euro inclusief boekje, lunch, borrel en toegang tot de thema-expositie die wordt ingericht in het Stadskasteel.


Janneke Boogaard