Het Straatje (deel 2)

Wat voorafging: op 6 september 1944 moesten de inwoners van Zaltbommel evacueren. Zo ook de familie Van den Heuvel uit de Kloosterstraat.

De bezetter had verordend dat we de Waal over moesten, wat velen van onze stadsgenoten ook deden, maar onze familie trok zich daar niets van aan en wist zich verzekerd van een verblijfplaats dicht bij Bommel.

De schoonouders van zijn oom hadden een klein boerderijtje in Gameren, gelegen aan Het Straatje. Daar kon je komen als je bij de Kluit linksaf naar beneden ging. Het staat er trouwens nog steeds. Het is het laatste huisje in de rij.

In z'n herinnering zag hij zichzelf nog zitten op één van de handkarren, volgeladen met matrassen en koffers. Het was een lange stoet die zich in een rustig tempo richting Gameren voortbewoog. Alleen het geratel van de wielen op de straatstenen verstoorde de stilte.

Na de oorlog kon hij zich niet veel meer herinneren van het verblijf in het kleine Gamerse boerderijtje. De bewoners, schoonouders van zijn oom, waren zeer gelovige mensen die de bijbeltekst 'Heb uw naasten lief, gelijk u zelve' zeer serieus namen en het kleurrijke Bommelse gezelschap met liefde opnamen.

Maar er gebeurde van alles. Zijn moeder deed hem daar later, toen hij ouder was, uitgebreid verslag van. Veertien mensen, samengebracht in een klein boerderijtje. Privacy voor iedereen? Vergeet het maar. Een tweetal slaapkamers en een zolder, die over de volle breedte van het boerderijtje liep. Daar moesten ze het mee doen.

De pomp in de keuken die kreunend en knarsend z'n werk deed, zorgde voor ijskoud water waar iedereen zich 's ochtends aan kon wassen. Eens per week, op zaterdag, werd er een grote teil neergezet. Volwassenen en kinderen kregen dan de gelegenheid een 'bad' te nemen. Een grote waterketel stond voor dat doel urenlang op het fornuis warm water te produceren. Je kunt je voorstellen dat het reinigen van al die lichamen, onder dergelijke primitieve omstandigheden, de zaterdag aardig vulde. Het afschermen van de lichamen tegen de blikken van de andere aanwezigen met lakens en grote handdoeken was, zoals zijn moeder het hem vertelde, af en toe bijzonder hilarisch. Ondanks het feit dat men gedwongen was dicht op elkaar te leven, was men behoorlijk preuts.

Niet ver verwijderd van het boerderijtje had de familie een stuk grond waarop van alles werd verbouwd. De Spellewaard was toen nog hoofdzakelijk agrarisch gebied met weilanden en akkers. Als je van Zaltbommel naar Gameren wilde, kon je het beste maar over de dijk gaan. Alle andere toegangswegen richting Gameren waren ongeplaveide paden.

Wordt vervolgd.