'Toen ik 15 jaar was, wilde ik al Tweede Kamerlid worden'

zaltbommel • Albert van den Bosch heeft het ontzettend naar zijn zin in Den Haag. Hij vindt het spannend, een enorme intellectuele uitdaging, want leerzaam. Elke dag.

Hij is met zijn 61 jaar het oudste lid van de fractie van de VVD. Ook is hij het langste lid van de VVD. Al in 1976 meldde hij zich aan. "Er zitten veel jonge mensen in de fractie. Het is allemaal heel professioneel. Dat werkt heel inspirerend."

Maandenlang liep hij in Zaltbommel rond met een groot geheim. Hij was bezig met de selectieprocedure om op de kandidatenlijst voor de VVD te komen. "Dat mocht natuurlijk niet bekend worden in de stad", vertelt hij. Want misschien ging het allemaal niet door en hoe geloofwaardig zou hij dan nog zijn als burgemeester. Voor hem was het ook allemaal heel dubbel. Aan de ene kant lokte de uitdaging van die ene misschien wel laatste carrièrestap, aan de andere kant had hij het ontzettend naar zijn zin in Zaltbommel.

Twee jaar geleden was hij kandidaat voor de Eerste Kamer. In die periode werd hem voor het eerst gevraagd waarom hij niet op de lijst voor de Tweede Kamer wilde gaan staan. De scoutingscommissie viel voor zijn enthousiasme, zijn adrenaline, zijn kleurrijke spraakgebruik en de jarenlange ervaring. Hij ging er serieus over nadenken, lang twijfelen, wikken en wegen, maar hij kon er met niemand over praten. "Alleen binnen mijn gezin en met een paar goede vrienden heb ik het er over gehad", zegt hij. "Op avond zaten we thuis aan tafel en toen zij mijn zoon: 'Papa, jij voedt ons op met de boodschap dat we een droom moeten hebben en dat je je daar aan moet houden. Je hebt ons altijd verteld dat je op je vijftiende al de droom had om in de Tweede Kamer te komen. Nu krijg je de kans om dat waar te maken.' Mijn zoon had gelijk natuurlijk, ik kon geen 'nee' meer zeggen."

'Ja' zeggen is echter niet genoeg. De VVD had een paar honderd kandidaten voor in totaal tachtig plaatsen op de lijst. "Ik wilde wel perse op een verkiesbare plaats komen te staan", zegt Albert. "Ik moest dus weten of er voldoende steun voor me was." Hij voerde tal van gesprekken, deed meerdere assessments. "Ik ging er voor, maar ik moest in Zaltbommel mijn mond er over houden. Mijn medewerkers wisten van niks, de wethouders wisten niks, de gemeenteraad ook niet." Aan het eind had zijn rechterhand op het gemeentekantoor, Margot Schreuders, het wel in de gaten, maar ook zij hield haar mond. In november vorig jaar kwam het verlossende woord uit Den Haag: Albert stond op plaats 25.

Inmiddels is hij al ruim een maand aan het werk in Den Haag. Hij reist meestal met de trein, soms met de auto. Binnenkort hoopt hij een 'pied-à-terre' te kunnen huren, zodat hij door de week in Den Haag kan blijven slapen. Voorlopig blijf hij met zijn gezin in Zaltbommel wonen. "En als we ooit verhuizen, dan niet naar de Randstad. Wij blijven in Gelderland wonen", zegt hij.

Hij is woordvoerder defensie en is zich volop aan het inwerken. Het Binnenhof is groot. "Heel gezond", lacht Albert. "Ik loop elke dag kilometers door dat gebouw."

Britta Alink