• De voormalige kantine doet nu dienst als kantoor en, vanaf februari, inlooppunt.
• De voormalige kantine doet nu dienst als kantoor en, vanaf februari, inlooppunt. Janneke Boogaard

Opijnen blijft nog twee jaar groenwit

opijnen • Sinds vorige week wappert de groenwitte vlag van de Oosterhoutse grond-, weg- en waterbouwer bij het oude voetbalveld aan de Zandstraat. Zo'n vijftien man heeft zijn intrek genomen in de voormalige kantine. Aan de muren hangen grote luchtfoto's van de Waal en de uiterwaarden. Vanaf begin februari is het tijdens kantooruren ook een inlooppunt voor omwonenden.

"We moesten wel even aan de slag om het gebouw weer bruikbaar te maken", vertelt Camiel van der Heiden, projectleider omgevingsmanagement bij Martens en Van Oord. Een schoonmaakbeurt, flink stoken en een lik verf deed wonderen. "Eén ding hoefden we in elk geval niet te doen en dat was de kleur aanpassen: de clubkleur van voetbalvereniging Opijnen is toevallig ook de kleur van ons logo", lacht Van der Heiden.

Twee jaar na de fusie met Waalkanters kleurt het dorp dus toch weer groen, al is het dan tijdelijk. Martens en Van Oord zullen ongeveer twee jaar werken in de Heesseltsche Uiterwaarden in opdracht van Rijkswaterstaat. "We zoeken vaak tijdelijke kantoorruimte in de buurt. Uitvoerders kunnen hier makkelijk even binnenlopen. En het contact met de buurt vinden we ook belangrijk." Het schoonmaakbedrijf, de loodgieter: ze komen uit Opijnen en omgeving. De naastgelegen school pikt ook een graantje mee. "We moesten iets doen aan de internetverbinding, want er lag hier alleen een koperdraadje. De school had al een snellere verbinding. Met een kleine investering van ons kunnen wij die nu ook gebruiken én hebben zij gratis een paar jaar brullend internet."

Momenteel wordt er vanuit de kantine gewerkt aan de voorbereidingen. "Er is al veel gekapt en we zijn bijna klaar met het onderzoek naar bommen en granaten. Er zijn er twee gevonden, een Duitse en een Amerikaanse. Dat valt mee. Ook het bodemonderzoek is bijna af. We kijken naar de samenstelling van de grond: zand of klei, en naar het milieu: schoon of vies. Een klein deel is vervuild, dat wordt ontgraven."

In de eerste helft van februari begint het echte werk. In totaal wordt 2,1 miljoen kuub grond afgegraven. "Plat gezegd: nu is er gras met ganzen, straks een veel diverser begroeiing met bijvoorbeeld ijsvogels. Dat komt allemaal vanzelf als wij weg zijn, er wordt niets nieuws aangeplant." Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat zullen afspraken maken over het beheer van het gebied, waar straks één grote en twee kleinere nevengeulen doorheen lopen. Veel van de vrijkomende grond wordt gebruikt om de bestaande zandwinplassen ondieper en daarmee levendiger te maken. Zo gaan natuurdoelen en waterberging (5,5 centimeter daling van het rivierpeil bij hoog water) hand in hand.

Het is een kolfje naar de hand van Martens en Van Oord. "Met alles wat we in Heesselt gaan doen hebben we ervaring, maar hier komt wel veel samen. Met zeven kilometer is het werkgebied ook groot."

Een deel van het vrijkomende zand wordt verkocht aan een zandwinbedrijf. Dat wordt afgevoerd via het water. "Sowieso vervoeren we alles groter dan een auto met aanhangwagen over de rivier om de dijk te ontlasten." Om geluidhinder te beperken is de irritante pieptoon van achteruitrijdende machines vervangen door een krekelgeluid. "Dat gaat meer op in de omgeving."

Wandelaars blijven ook tijdens de werkzaamheden van harte welkom, maar alleen op de twee routes die met bordjes zijn aangegeven. Van der Heiden benadrukt: "Het is voor de veiligheid echt belangrijk dat mensen niet van die routes afgaan. Daarom komt er ook een tijdelijke voetgangersbrug."

Ook de bestaande natuur valt onder het 'omgevingsmanagement'. "Er zitten twee bevers, roofvogels en uilen", weet de projectleider. Van het monitoren van het dierenleven tot een excursie voor de schoolkinderen en gesprekken met kritische omwonenden, het zit allemaal in zijn takenpakket. "Bij de mensen maakt het project veel emoties los. Dat begrijp ik goed, als je denkt aan het hoog water van 1995."


Janneke Boogaard