• Jaap Dekker begroette iedere passagier.
• Jaap Dekker begroette iedere passagier. Foto: Anne Marie Hoekstra

'Als je van mensen houdt, is dit werk niet zo moeilijk'

Het laatste busritje voor Jaap Dekker

brandwijk • Deze maand rijdt de Brandwijkse Jaap zijn laatste rit, na 43 jaar achter het stuur van de bus.

Hij was 22 jaar toen hij zijn eerste tochtjes reed, nadat hij zijn vak als vrachtwagenchauffeur vaarwel had gezegd. In plaats van een vracht goederen, had hij ineens een groep mensen 'aan boord'. Dat was niet makkelijk voor de schuchtere Jaap. "Ik moest wennen aan het werk als buschauffeur, aan het omgaan met mensen." Een van zijn eerste ritten herinnert hij zich goed. "Voor een personeelsuitje moest ik mensen van de meelfabriek in Ameide wegbrengen. Ik zei geen goede dag en wenste hen niet eens een fijne dag. Zo vrij als ik nu ben, was ik nog niet. En ik was heel scherp met de dienstregeling. Je doet er jaren over om te leren relativeren."

Het mooiste van het beroep vindt hij nu juist het contact met mensen. "Ze komen hun hart bij je luchten. Er wordt me wel gevraagd: heb jij nooit problemen met passagiers?" Hij schudt zijn hoofd. "Als je van mensen houdt, is dit werk niet zo moeilijk. Ik reed de laatste jaren veel dezelfde diensten, dan krijg je een klik met mensen. Tegen mensen met een kort lontje zeg ik: 'Je bent welkom, maar maak geen herrie.' Voor toeristen die niet weten hoe het openbaar vervoer werkt, neem ik even de tijd om wat uit te leggen. De meeste passagiers zijn niet verkeerd. Als je mensen aankijkt en even knikt, vinden ze dat fijn. Dit wil niet zeggen dat ik alles goed vind. Als iemand zich misdraagt, zeg ik er iets van op een nette manier."

Jaren geleden, hij reed nog voor West Nederland, had hij in zijn bus een groep jeugd die zich misdroeg. "Ze maakten de platen van de stoelen los, de schroeven vlogen door de lucht. Ik zocht contact met de politie, maar die deed niet veel. Als reservist bij de politie heb ik toen eerst overlegd met mijn chef en daarna aan de adjudant gevraagd of ik de jongens die zich misdroegen met een politiebusje mocht laten ophalen. Ik wist hun adressen, want ik had hun abonnementen afgepakt. De vijf jongeren die 's avonds op het bureau arriveerden, stonden raar te kijken. Ik had ineens een ander pak aan. Op het bureau heb ik ze strafwerk laten schrijven." Grijnzend: "Ik heb geen last meer gehad van die jongens."

Hoewel het omgaan met passagiers hem altijd goed afging, zegt hij: "Het is geen lichte baan. Je moet constant je aandacht overal bij hebben. Er zijn pizzakoeriers die voor je bus langs schieten, fietsers zonder licht op hun fiets, je moet je tijd in de gaten houden."

Slechts één keer had hij een serieuze botsing, op een doordeweekse middag op de busbaan van Rotterdam naar Hendrik-Ido-Ambacht. Ik kreeg wit licht, het verkeerslicht stond nog op rood. Een automobilist, een jonge gozer, kwam met 70 kilometer per uur door rood heen. Ik pakte hem vol in zijn flank en zag zijn auto om een lantaarnpaal slingeren. Er zat een verpleegkundige in mijn bus, zij ging bij hem kijken. 'Waarschijnlijk heeft hij zijn nek gebroken', zei ze. Dat was emotioneel."

Gelukkig viel het mee. "Zijn nek bleek niet gebroken. Maar het hakte er best in. Nazorg was in die tijd nog niet goed geregeld. Het was in de jaren zeventig, er was niemand die me opving." Eigenlijk is Jaap al langer dan 43 jaar chauffeur: hij begon als vrachtwagenchauffeur bij Adri Maat in Alblasserdam. Hij had het er naar zijn zin, maar besloot te vertrekken toen er van hem werd verwacht dat hij naar het buitenland zou gaan rijden. "Ik wilde 's avonds weer bij mijn vrouw zijn. Aandacht voor elkaar vind ik belangrijk." Hij ging aan de slag bij Reederij op de Lek van vervoersmaatschappij De Twee Provinciën.

Zijn laatste ritje rijdt Jaap op dinsdag 17 oktober, op lijn 90 van Arriva, tussen Utrecht en Rotterdam. "Dat zal emotioneel zijn denk ik. Ik zie ertegenop als een berg. En ik ben mijn passagiers dankbaar voor het vertrouwen dat ze altijd in me stelden."

Anne Marie Hoekstra