• René de Bruijn.
• René de Bruijn. Foto: Geurt Mouthaan

Papendrechtse dj treedt wereldwijd op

'Altijd harder dan gemiddeld'

Tienduizenden festivalgangers die helemaal los gaan op zijn muziek, fans die hem over de hele wereld staan op te wachten om met hem op de foto te gaan, optredens op vrijwel alle continenten; René de Bruijn (31) leeft al jaren zijn droom. Als dj Digital Punk is hij één van de grote namen in de wereld van raw hardstyle, een snelle en harde versie van de hedendaagse dancemuziek. "Het maken van deze muziek is mijn passie", vertelt hij in de woonkamer van zijn huis in Papendrecht, waar de geboren en getogen Dordtenaar alweer enkele jaren woont. "En het is geweldig dat ik het op deze manier over de hele wereld kan delen met zoveel mensen. Natuurlijk, ik maak nummers eerst voor mezelf, maar daarna wil elke artiest er een zo groot mogelijk publiek mee bereiken."

Even terug in de tijd. Waar leeftijdsgenoten met G.I. Joe spelen, vraagt en krijgt de jonge René een gitaar. Enkele jaren later volgt een drumstel. Housemuziek was toen nog een ver-van-zijn-bedshow. "Muziek, daar was ik van jongs af aan al gek van. Maar als je toen had gezegd dat ik dj zou worden, had ik je voor gek verklaard. De house in die jaren, de rave en de gabber, daar had ik hélémaal niets mee. Mijn vader had een stukadoorsbedrijf. Ik wist al vrij snel dat ik dat in ieder geval niet de rest van mijn leven wilde gaan doen. Op mijn 17e ben ik begonnen aan een mbo-opleiding tot producer. Een aantal jaren heb ik van alles geproduceerd en gemixed, van rockbandjes tot reclametunes. In 2002 kwam ik in aanraking met hardhouse. Ik vond deze stijl meteen te gek: harder, serieuzer, intenser. Toen ben ik als dj ook gestart met het draaien op feesten."

Al snel trok hij de conclusie dat als hij verder wilde hij ook zelf nummers moest gaan maken. Met z'n allereerste productie klopte hij aan bij dj Neophyte, destijds en nog steeds een grote naam in de dancescene. "Die vertelde me: 'Als je zo nog twee nummers hebt, dan kunnen we wel wat met je.' Ik woonde toen nog bij mijn ouders, heb me opgesloten in mijn slaapkamer en heb die twee nummers gemaakt en ingeleverd. En tot mijn verbazing kreeg ik meteen mijn eerste contract bij Midtown Records aangeboden."
Het was toen 2005. De handtekening van René de Bruijn onder het contract betekende het begin van de succesvolle carrière van Digital Punk. Al was het in het begin vechten om er genoeg mee te verdienen. "Het succes kwam onverwacht. Ik zat tegen de meest harde muziek in deze scene aan. Wat ik maak, is altijd harder dan gemiddeld. Muziek evolueert, dus verschoof dat en kwam ik meer in de mainstream terecht. "

Inmiddels treedt hij zo'n tachtig, negentig keer per jaar op. Een intensief leven, 24 uur per dag, zeven dagen per week. "Al is het niet zo dat ik helemaal niet thuis ben. Ik ben getrouwd en we zijn bijvoorbeeld elke maandag samen. Over enkele dagen draai ik in Los Angeles en dan gaat ze mee. Daarnaast zijn zeker in Europa de afstanden kort en kun je makkelijk in het weekend op en neer naar bijvoorbeeld Zweden of Oostenrijk, zodat ik door de week thuis ben. Ik ben inmiddels zeven keer in Australië geweest. Als je dat hebt gedaan, valt de rest van de reizen altijd mee."
De meeste mainstages van de grote dancefeesten heeft hij inmiddels al één of meerdere keren gehad. "Eerst droom je ervan voor 10.000 mensen op te treden, maar als je dat voor de vierde of vijfde keer doet, raak je eraan gewend. Bijzonder: ik hoopte een keer op Decibel (een bekend dancefestival, red.) te staan en inmiddels heb ik daar al meerdere keren gedraaid. Nu droom ik van een solo-optreden in bijvoorbeeld de Ziggodome. Het maakt trouwens niet uit hoe groot het feest is: ik geef altijd honderd procent. Al moet ik eerlijk zeggen dat er af en toe een paar biertjes nodig zijn om het goede gevoel te krijgen, maar het is veel vaker zo dat ik sta te springen om het podium op te gaan."

Duister

Raw hardstyle. De naam zegt het al: het is een hardere variant van de dancemuziek die je over het algemeen over de radio hoort. Ook de sfeer en aankleding eromheen doen vaak duister en sinister aan. En dat terwijl je in een gesprek met de Papendrechtse muzikant een vriendelijk, toegankelijk en makkelijk pratend persoon tegenover je hebt. "Het is toch een soort Dr. Jekyll en Mr. Hyde", knikt hij. "Ook ik heb een duistere en sombere kant in me, die in mijn nummers naar voren komt. Twee keer heb ik met een depressie te maken gehad. De laatste keer had ik heel vreselijk veel last van mijn oren. Een nachtmerrie, dat kan ik je vertellen. Dat heeft me heel erg aangegrepen, al is het gelukkig weer helemaal goedgekomen. Digital Punk is voor mij een alter ego. Op het podium laat ik René de Bruijn achter me."

'Ik geef altijd honderd procent, sta te springen om op te treden'

Wars van sterallares is hij trouwens ook. "Laatst kwam ik erachter dat ik op Wikipedia in een lijstje van honderd bekende Dordtenaren sta. Toen heb ik mijn moeder wel even gebeld om dat te vertellen", lacht hij. "In Nederland zijn mensen best nuchter; ik kan hier in de Albert Heijn gewoon boodschappen doen, ook al omdat lang niet iedereen bekend is met raw hardstyle. Maar ik kwam een keer in Chili waar tientallen mensen voor mijn hotel op me stonden te wachten. Ze waren verbaasd dat ik even tijd nam om met hen op de foto te gaan; dat vind ik ook leuk om te doen. Zelf kwam ik een keer op een feestje waar ook Kenneth Vermeer, doelman van Feyenoord, was. Nou ben ik een grote voetbalfan, dus ben ik meteen op hem afgestapt om met hem op de foto te gaan. En ik was best zenuwachtig, moet ik eerlijk zeggen. Zo maakte ik zelf eens mee hoe dat voelt", lacht hij.
Honderd procent gelukkig, dat is René de Bruijn. Met zijn passie verdient hij zijn geld. "Waar ik nog van droom? Dat ik op dit hoge niveau muziek kan blijven maken. Zo lang ik de drive voel die ik nu heb, ga ik hiermee door."