• Burgemeester Paans:
• Burgemeester Paans: "Onze groep is bereid de handen uit de mouwen te steken." Foto: Peter Stam

'Rijk verbood me aan scholing te doen'

Niet wachten met integratie

alblasserdam • Al snel na aankomst kregen de 39 vluchtelingen in Alblasserdam de kans om Nederlands te leren. Burgemeester Jaap Paans werd daarvoor op de vingers getikt.

"In de eerste week waarin een vluchteling Nederlandse woordjes leerde aan mede-vluchtelingen, verbood het Rijk me om aan scholing te doen. Dat vind ik in tegenspraak met het belang van de vluchteling. Je moet op dag één beginnen met aansporen tot integratie. Deze mensen willen niets liever dan die stappen zetten en moeten daartoe in staat worden gesteld. Als we procedures leidend laten zijn, dan staat niet integratie voorop, maar nagaan welke vluchtelingen terug moeten. Ik vind dat we lokaal moeten vertrekken vanuit de noodsituatie en mensen moeten helpen om zich thuis te voelen, ruimte moeten bieden om ze te laten meedoen. Dan zet je de eerste stappen op de weg van integratie. Het is de taak van de nationale overheid om het kaf van het koren te scheiden: wie zijn echt vluchteling en wie niet? Zelf investeer ik liever in de tachtig procent die zal mogen blijven. Daarbij moet ervoor gezorgd worden dat, zolang het tegendeel niet is bewezen, iedereen gelijk wordt behandeld. Sober en doelmatig, maar ook humaan en menswaardig. Uiteindelijk hebben Alblasserdammers ook het meest aan vluchtelingen die meedoen."

Verblijfsstatus

Met de 'Alblasserdamse' vluchtelingen zijn de procedures vrij snel doorlopen. "Er is in Nederland een groep die al heel lang in AZC's zit. Maar ik merk nu dat er ook vluchtelingen zijn die met een beetje verstandige aanpak, bevorderd door lokaal bestuur, in betrekkelijk korte tijd een status kregen. Onze groep kwam in september in Nederland binnen en de eersten kregen in de tweede week van april een verblijfsstatus." Het optekenen van hun verhalen vindt hij belangrijk. "Dit zijn geen gelukzoekers, maar mensen wiens huis in puin is geschoten. Als college willen we het verhaal van hun opvang in het dorp vastleggen voor de gemeenschap."
Een deel van de Syriërs die in Alblasserdam verbleven wil graag een woning in het Damdorp. Hoe groot is de kans dat dit zal lukken? "Als je kijkt naar het beleid van het COA niet heel groot. Het COA wil niet dat gemeenten alleen de inmiddels goed ontvangen en beginnend integrerende vluchtelingen een plek geven en dat niemand op de grote massa zit te wachten. Maar als gemeente Alblasserdam hebben we een troefkaart: we helpen de AZC's leeg te maken door 35 extra statushouders te huisvesten. We kunnen zeggen: gun ons dan het integreren van mensen die graag in Alblasserdam willen wonen. De kans dat dit gaat lukken, schat ik in op vijftig procent. De eerste mensen uit onze groep kregen vorige week een status. Binnen twaalf weken moeten ze woonruimte aangeboden krijgen. Gorinchem voert een gesprek met het COA. Laat deze mensen hier dat aanbod afwachten, niet in een ander AZC."

Handen uit de mouwen

Paans is 'niet pessimistisch' over de integratie van de 'Alblasserdamse' vluchtelingen. "Ik heb gemerkt dat sommigen al een behoorlijke woordenschat hebben. En ze brengen kennis mee uit hun eigen land. Onze groep is bereid de handen uit de mouwen te steken. Je moet ze niet met luxe overladen, dan gaat die gretigheid er vanaf, maar ook niet te lang in een uitzichtloze situatie laten. Dan organiseer je passiviteit."

'Je moet op dag één beginnen met aansporen tot integratie'

De Alblasserdamse burgervader vindt het mooi dat hij in deze krant een dubbel-interview kan doen met zijn oud-collega Ahmed Aboutaleb. "Hij is gevraagd om te spreken op 4 mei; hij kan zeggen wat het betekent om te moeten integreren. De keuze voor hem is gemaakt tegen de achtergrond van het internationale vluchtelingenvraagstuk. Het thema is: 'Geef vrijheid door'. De waarde van de vrijheid die wij ervaren geven we door, door mensen die hun vrijheid waren verloren met open armen te ontvangen."

In Alblasserdam stond niet iedereen te trappelen om mensen op te vangen. Er waren zorgen over veiligheid. "De dag voor de opvang spraken we met omwonenden. Sommigen verwoordden hun zorgen op een manier waarvan anderen zouden zeggen: dat kan niet door de beugel. Het mooie was dat inwoners met elkaar in gesprek gingen. Mensen zeiden: 'Ik heb de oorlog meegemaakt, wij hadden ook opvang nodig.' De actualiteit werd in perspectief geplaatst. Een aantal bezorgde mensen heb ik later weer gesproken. Ze zeiden: 'Het is goed gegaan'."