• Petra ter Berg: 'Ik ben er niet om te bekeren'.
• Petra ter Berg: 'Ik ben er niet om te bekeren'. Foto: Robert van der Hek

Petra ter Berg

'Een eeuwigdurend leren'

De inwoonster van Krimpen aan de Lek studeerde onlangs op 59-jarige leeftijd af in Joods Pastoraal Werk. Cum laude wel te verstaan.

Petra ter Berg heeft nu haar eigen praktijk -Demamah, Hebreeuws voor 'zachte bries'- in haar woning aan de Noordwester. "Ook christenen en mensen met een andere achtergrond zijn welkom. Ik wil er voor iedereen zijn, die wil kennismaken met de rijkdom en de kracht van de joodse humaniteit en spiritualiteit."

Vaderjood

Petra is een 'vaderjood': iemand met een joodse vader en een niet-joodse moeder. Ofwel, geen officiële jood. Het is een weinig benijdenswaardige positie als je zoals Petra graag deel wil uitmaken van de joodse gemeenschap. "Mijn vader zette na de oorlog een streep door het jodendom. Hij was een uit Duitsland gevluchte jood, die de oorlog overleefde door onder te duiken. In het onderduikgezin te Hoogeveen leerde hij mijn moeder kennen, waarbij ze na de oorlog zijn getrouwd. Familieleden van mijn vader kwamen om in Auschwitz. Voor mijn vader bestond God daarna niet meer."

Het oorlogsverleden kwam ieder jaar als een boemerang terug: "Op 4 mei voelde je de pijn, het verdriet, de woede en de onmacht. Mijn vader vertelde er niet veel over, maar ik begreep bijvoorbeeld dat een neefje en nichtje van hem op de trein naar Polen waren gezet en direct in Auschwitz zijn vergast. Ik heb nachtmerries gehad, ik trok het me aan."

Rituelen

Als kind voelde Petra zich me nergens bij horen. "Niet bij de joden en ook niet bij de niet-joden, omdat mijn ouders mij hadden geleerd op mijn hoede te zijn voor de buitenwereld. Ik mocht niemand iets vertellen over mijn vaders achtergrond." Het jodendom trok de jonge Petra echter: "Bij een zus van mijn vader vierden we altijd Pesach. Ik vond het mooi en had wat met de warmte en geborgenheid van de rituelen. Voor mij was er meer tussen hemel en aarde. Ook mijn moeder verdiepte zich in het jodendom." Petra heeft altijd interesse gehad in andere culturen en geloven. "Ik heb jaren taalles gegeven aan vluchtelingen en inburgeraars bij ROC Zadkine. Om me beter in hen te kunnen verplaatsen heb ik me verdiept in hun achtergrond, zoals in de islam."

Door een bezuiniging werd ze echter werkloos. "Ik was begin vijftig: te jong om achter de geraniums te gaan zitten. Ik besloot om Joods Pastoraal Werk te gaan studeren, een vierjarige opleiding aan Hogeschool Inholland in Amstelveen. Deze opleiding bestaat overigens niet meer; het was niet rendabel. In negen jaar zijn slechts drie mensen afgestudeerd, waar ik er dus een van ben. Daarnaast heb ik me twee jaar lang onder leiding van rabbijnen intensief verdiept in joodse rituelen en geschiedenis om bevestigd te kunnen worden." Ook op zestigjarige leeftijd blijft ze studeren. "Over het jodendom raak je nooit uitgeleerd. Zoals we het op zijn joods zeggen, het is een eeuwigdurend leren." Boeken met Hebreeuwse kaften sieren haar boekenkast. "Het is niet zo moeilijk als het er uitziet, hoor", zegt ze geruststellend. "Nu wil ik het moderne Hebreeuws, het Ivriet, gaan leren."

Om anderen te helpen bij het zoeken naar de zin van het leven en het worstelen met het wel of niet bestaan van God, wil Petra met haar praktijk Demamah ondersteuning bieden. Dat kan via ontmoeting, waarbij er eventueel ruimte is voor joodse meditatie en bibliodrama. "Ik help bijvoorbeeld een eenzame mevrouw op leeftijd om het sjabbatritueel uit te voeren. Daarnaast geef ik desgewenst telefonisch advies of bijstand. Voor de duidelijkheid: ik ben er niet om te bekeren." Ze doet het ook niet om er rijk van te worden. "Ik help naar inkomen, zonder de hoofdprijs te vragen. Dit is mijn passie, in dit werk kan ik mezelf kwijt."

Op de website van Demamah houdt ze een blog bij, dat ze 'Briesje' noemt. "Aan de hand van steeds een ander werkwoord schrijf ik over joodse spiritualiteit en het zoeken naar zingeving. Met rabbi David A. Cooper, die een boek schreef met de titel God is een werkwoord, zie ik God als een werkwoord. Herman Finkers brak in zijn oudejaarsconference een lans voor de schoonheid en de liefde van religie. Daar sluit ik me graag bij aan."