SCP: 'Armoede in kaart'

regio • In 2014 was 7,6% van de Nederlandse bevolking arm volgens de 'niet-veel-maar-toereikend-grens' van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Naar verwachting is dit percentage gedaald naar 7% in 2016. Als de toegezegde koopkrachtmaatregelen doorgaan, zet die daling vermoedelijk door in 2017.

Dit zijn enkele conclusies uit de SCP-publicatie Armoede in Kaart 2016, die in september verscheen. In dit rapport zijn de meest recente en beschikbare data samengebracht.

Het SCP hanteert twee meetpunten: het basisbehoeften-budget en het niet-veel-maar-toereikendcriterium. Het eerste betreft de minimale uitgaven van een zelfstandig huishouden aan onvermijdbare zaken, zoals voeding, kleding en wonen. Dit bedraagt voor een alleenstaande 971 euro per maand. Het tweede referentiebudget houdt ook rekening met wenselijke uitgaven, zoals het lidmaatschap van een sport- of hobbyclub of een korte vakantie. Dit bedraagt in 2014 voor een alleenstaande 1.063 euro per maand. Voor een huishouden dat uit meer dan één persoon bestaat, wordt het budget berekend met behulp van een equivalentiefactor. Zo is het budget voor twee volwassenen bijvoorbeeld 1,37 keer het bedrag van een alleenstaande.

Zelfstandigen, bijstandsontvangers en niet-westerse migranten lopen een bovengemiddeld risico op armoede. Ook kinderen hebben een grotere kans om in armoede op te groeien. In 2014 bedroeg het aantal arme kinderen iets minder dan 380.000; dit is 11% van alle kinderen in Nederland. Zie voor het hele rapport: www.scp.nl