Avantriaan Jeroen van Harmelen in top-3 van Nederland
Opmars jonge speerwerper
vlist • Als klein mannetje raapte hij van alles van de grond om er mee te gooien. Steentjes en takjes vlogen regelmatig door de lucht. Het wekte dan ook geen verwondering dat Jeroen van Harmelen uit Vlist als lid van de Schoonhovense atletiekvereniging Avantri vier jaar geleden als een magneet werd aangetrokken door de speer.
"Bij Avantri krijg je als pupil met alle facetten van de atletiek te maken: hardlopen, hoogspringen, verspringen en technische nummers. Leuk, leerzaam en het leidt tot een definitieve keuze. Bij mij stond het al snel vast. Ik wilde speerwerpen en wel zoveel en zo ver mogelijk." Nader verklarend: "Bij speerwerpen komen snelheid, kracht, coördinatie en discipline samen. Er zit dus alles in. Ik begon als pupil met het gooien van een balletje, maar bij de D-junioren kreeg ik de echte speer in handen. Dat was een magisch moment. Het werpen is niet eenvoudig. Je wilt niet weten hoe lang het duurde voordat ik een normale rechte worp inclusief landing op de punt kon fabriceren. Het stimuleerde me dat ik telkens verder kwam. Dat ging met meters tegelijk."
Zijn moeder Wilma hoort het lachend aan. De Olympische Spelen van Beijing in 2008 waren van grote invloed op de sportbeoefening van zoon Jeroen. "Hij was acht jaar oud en zat steeds met grote ogen voor de televisie naar sportprestaties te kijken. Jeroen vond het prachtig en zei tegen ons 'dat wil ik ook'. Dat leidde enkele weken later tot zijn aanmelding bij Avantri."
Deze Schoonhovense atletiekvereniging zal hij niet snel de rug toekeren. De havoleerling van de Willem de Zwijger scholengemeenschap werd er gekneed en bouwde een vriendenkring op. Voor de nieuwe stap werd hij door zijn trainer Rob Zwijnenburg naar het Atletiek Trainingscentrum Rotterdam (ATR) verwezen. "Daar heb je specialisten als Keith Beard en nationaal kampioen Daan Meijer. Zij helpen je verder bij je ontwikkeling. Ik gooide tot twee maanden geleden niet verder dan 50 meter. Het was een psychologische grens. Tijdens de 'Battle of de B's' in Zoetermeer in mei wierp ik 53.11 meter en op het Nederlands kampioenschap in Breda reikte ik tot 55.30 meter. Dat was goed voor de bronzen medaille. Daar ben ik best trots op."
Het succes smaakt naar meer. Jeroen van Harmelen heeft geen idee waar het stopt, maar voorlopig is hij fit en ambitieus genoeg om meer meters te pakken. Allereerst zal hij moeten afrekenen met kampioen Tom Egberts en nummer twee Julian de Leeuw, die hem flankeerden op het erepodium in Breda. "Het is een sportieve concurrentiestrijd. We moedigen elkaar zelfs aan. Dat is het mooie van atletiek. Er is geen sprake van haat en nijd."
Pieter van der Laan