'De schietsport laat je niet meer los'
berkenwoude/stolwijk • Ruud Wolf (55) en Rob van Rossum (49) hadden graag in Engeland gewoond. Dat is het walhalla voor de schietsport.
Tijdens wedstrijden struinen de deelnemers door bossen en weilanden vol blikken ratten, vogels en eekhoorns. Dan is het zaak om met richtkijkers de afstand tot het doel in te schatten en vervolgens de trekker van de luchtbuks over te halen. Zo werk je in een paar uur in de frisse natuur geconcentreerd veertig doelen af.
Jammer genoeg woont Wolf in Stolwijk en huist Van Rossum in Berkenwoude. Een afgezet parcours is niet direct in de buurt te vinden, zoals in het uitgestrekte Groot-Brittannië het geval is. De schutters moeten nu lange afstanden afleggen voor HFT-evenementen op zes locaties in Nederland. HTF staat voor Hunter Field Target en deze hobby geeft beide beoefenaars een kick.
Voor Ruud Wolf is dat niet zo vreemd. Hij werd in militaire dienst opgeleid tot scherpschutter. Je hoeft hem dus niets te vertellen over mikken, corrigeren en afdrukken. Hij is niets voor niets voormalig nationaal kampioen luchtschieten. "De luchtbuks is wel iets anders dan een zwaar kaliber geweer waarmee je een doel op een kilometer kan raken. Bij luchtschieten heb je over het afstand tot ongeveer 50 meter. Dat is trouwens net zo moeilijk, want zo'n kogeltje legt altijd een boog af voordat het een voorwerp raakt. Veel mensen denken dat die baan rechtuit wordt afgelegd, maar dan tref je slechts de voet van het blik. Je moet er juist net boven richten", aldus Wolf.
Rob van Rossum heeft aandachtig meegeluisterd, want hij kan steeds nog veel opsteken van zijn maat. "Ik beoefen pas twee jaar de schietsport. Tijdens een personeelsfeestje raakte ik enthousiast. Dat leidde tot de aankoop van een buks en oriëntatie op wedstrijden. Ik ben geen lid van een vereniging, maar word voortdurend geïnviteerd door andere schutters. Deze sport zorgt bij mij voor pure ontspanning. De handelingen zijn nogal automatisch, maar je verkeert steeds in nieuwe situaties. Liggend, zittend en staand schieten wisselen elkaar af. Net als Ruud oefen ik in de tuin achter de woning. De buren weten ervan. Het lood wordt netjes opgevangen."
De schutters gebruiken kogeltjes van enkele millimeter. "Daarmee schiet je geen deuk in een pakje boter", zeggen beiden. "Het komt het meest overeen met een blaaspijp, waarmee je vroeger papieren pijltjes wegschoot. Het schieten is dus niet gevaarlijk, maar je moet dat vaak uitleggen aan de buitenwacht. De regels zijn streng. Schutters letten er op dat er geen ongelukken gebeuren."
Beide hobbyisten wijzen op de open dag in Biddinghuizen. Op zondag 3 juli -vanaf 11.00 uur- kunnen jong en oud aan de Strandgaperweg 30 kennismaken met de schietsport. "Daarna laat het je niet meer los", waarschuwt Rob van Rossum.
Pieter van der Laan