Extra steun voor zwarte stern

bergambacht • Met broedputten, de aanleg van flauwe oevers, ondiep water en het baggeren van sloten probeert het Zuid-Hollands Landschap de populatie van de zwarte stern op peil te houden.

De Krimpenerwaard is van oudsher een gewilde locatie voor de zwarte stern. Er broeden ongeveer 170 paren. Dat is ruim tien procent van de Nederlandse populatie en de helft van het Zuid-Hollandse aantal.

Het Zuid-Hollands Landschap zet zich in 2016 extra in voor de zwarte stern. Op een aantal locaties zijn nieuwe veenputjes gegraven. Bij voldoende begroeiing zijn grotere wateren geschikt om te broeden. De zwarte stern heeft dan meer uitzicht en roofdieren als de hermelijn komen moeilijker bij de nesten.

Een flauwe oever zorgt ervoor dat verschillende soorten moerasplanten langs de slootkant kunnen groeien. Een rijk begroeide oever is gunstig voor insecten en daarmee ook voor de voedselvoorziening van de zwarte stern.

Het Zuid-Hollands Landschap probeert zoveel mogelijk bagger uit de sloten weg te halen. Hierdoor verbetert de waterkwaliteit en wordt de kans groter dat de krabbescheer zich uitbreidt. Dat betekent wederom meer voedsel en broedgelegenheid voor de zwarte stern.

Andere soorten hebben eveneens baat bij deze maatregelen, zoals de groene glazenmaker. Zwarte sterns helpen op hun beurt om de weidevogelstand in de graslanden te versterken. Ze zijn fel en behendig en jagen vaak grotere roofvogels weg.

Pieter van der Laan