• Piet van Oversteeg en Maarten van Iersel met de eerste klantjes van de dag.
• Piet van Oversteeg en Maarten van Iersel met de eerste klantjes van de dag. Foto: Vincent Wibier

'In Brakel is het toch wel heel anders dan in Zaltbommel'

Rijdende kruidenier kind aan huis

brakel • De Rijdende Kruidenier in de Bommelerwaard blijft rijden. Piet van Oversteeg die al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw kind aan huis is, wordt opgevolgd door Maarten van Iersel uit Zaltbommel.

"Ik sprong een gat in de lucht toen ik van mijn zakenwaarnemer hoorde dat de deal rond was", vertelt Maarten. "Ik had zelf al een rijdende winkel in Zaltbommel, maar voor mijn inkomen was dat net niet genoeg. Ik had, zeg maar, wel genoeg rijstepap te eten, maar met bruine suiker erop is die toch wel lekkerder. Dat ik hier nu mag rondrijden als Rijdende Winkel Van Iersel is echt geweldig."

Cadeaus en bloemstukken

Voor Piet van Oversteeg betekent de overdracht het einde van een tijdperk waar hij met veel genoegen op terugkijkt: "Ik mis het nu al. De laatste dagen heb ik zoveel hartverwarmende reacties gehad van de klanten. Ongelofelijk gewoon. Ik had een brief rondgestuurd met de mededeling dat ik voor het laatst langs zou komen. Nou dat heb ik geweten; ik werd letterlijk overstelpt met cadeaus, met bloemstukken, waardebonnen, cd's noem maar op. Je kunt het zo gek niet prakkiseren; dat vergeet ik nooit meer. Als kruidenier aan huis vervul je een belangrijke sociale functie. Op prijsniveau kunnen we het nooit winnen van de grote supermarkten, op menselijk vlak is het een heel ander verhaal."

"Ik ben begonnen als melkboer in Zaltbommel. Huis aan huis. Net zoals de bakker en de groenteboer. Ik was een van de eersten die met een rijdende winkel begon in de nieuwbouw. Precies, met een SRV-wagen (red: SRV staat voor Samen Rationeel Verkopen). Dat was bijzonder. Wij hadden een heus promotieteam van twee studentes die aanbelden en de mensen een tasje met boodschappen overhandigden. En dan hoopten we dat ze de wagen in kwamen. Zo is het allemaal begonnen." De rijdende supermarkten zijn ontstaan in 1966 door een samenwerking van verschillende groothandels. Op het hoogtepunt reden er zo'n tweeduizend rond in Nederland, nu zijn het er nog rond de tweehonderd. Met de opkomst en groei van de supermarkten konden veel SRV-mannen de concurrentie niet meer aan en verdwenen ze meer en meer uit het straatbeeld.

"Dat de rijdende winkel nog bestaansrecht heeft is omdat wij een behoefte vervullen. Zeker bij ouderen die slecht ter been zijn. Daar lopen wij naar binnen, halen het boodschappenbriefje op en bezorgen de spulletjes tot in de keuken. We rekenen binnen af al dan niet met een pinapparaat. Dat is toch heel handig allemaal. Ook als ze niet thuis zijn, trouwens. Wij zijn zo eigen met de mensen dat als zij niet thuis zijn, dan weet ik wat ze nodig hebben. Dan trek ik zelf de koelkast open om te zien wat er nog staat en wat er aangevuld moet worden."

Maarten van Iersel bevestigt het verhaal van Piet: "Ik heb het gisteren met eigen ogen gezien. Het is echt waar. Dat is hier toch wel anders dan in Zaltbommel. We komen ook aan de achterdeur." Piet vult aan: "In het begin belde ik aan bij de voordeur. Dan hoorde ik geschuif van wat later een bloembak bleek te zijn of een stoel. Hier in Brakel wordt de voordeur alleen gebruikt bij bruiloften of begrafenissen. Dat leer je gauw genoeg. En alles bij de voornaam. Er wordt hier geen mevrouw gespeeld." Het plezier waarmee de mannen hun werk doen straalt er vanaf. Om rijdende kruidenier te zijn, is wel hard werken. Dagen van twaalf uur zijn eerder regel dan uitzondering. Maarten: "Nu met de inrichting van de nieuwe wagen zijn het tropentijden. We hebben de voorraad van Piet overgenomen. En als ik straks thuis ben ga ik daar nog een uurtje mee aan het werk; maar dat is nu bijna klaar, gelukkig."

En de klanten, hoe reageren die op de komst van de nieuwe man? Maarten: "Die zijn heel blij dat de winkel blijft rijden, maar ze missen Piet nu al. Wat dat betreft is het mooi dat hij er nog een paar dagen bij is om mij in te werken. Maar nu moeten wij gaan rijden. De klanten wachten op ons."

Vincent Wibier