• Francis Roeters.
• Francis Roeters. Foto: Janneke Boogaard

Oorlogservaringen verwerkt tot boek

Geen naam, maar een nummer

Achteraf snapt hij niet hoe hij het heeft volgehouden. Wagons vol zand en kiezels moest hij samen met de andere dwangarbeiders uitscheppen. Met de hand, net als het beton draaien dat erop volgde. De Duitsers hadden dat nodig om bunkers van te bouwen.

Gelukkig had Francis Roeters een sterk gestel. En dat heeft hij nog. Inmiddels 92 jaar woont hij nog altijd zelfstandig, kookt voor zichzelf en is als het even kan elke dag buiten bezig om zijn tuin te onderhouden.
Dat is niet het enige geluk dat Cis, zoals ze hem kennen in Ammerzoden, heeft gehad tijdens de oorlog. Want als je in een bombardement terechtkomt helpt een sterk lijf weinig. "Ik heb het er goed vanaf gebracht", concludeert Roeters elke keer als hij nadenkt over zijn ervaringen in de oorlogsjaren. Het werd ook de titel van een boekje dat hij met hulp van zijn kinderen en samen met Bart van Helvoort schreef. Zelf is hij meer een doener dan een schrijver. En aan typen waagt hij zich niet. Maar hij voelde wel de drang om zijn herinneringen aan het papier toe te vertrouwen en daarmee over te dragen aan volgende generaties.

Het eerste exemplaar overhandigde Cis een paar weken geleden aan zijn achterkleinzoon en naamgenoot. De presentatie in café De Ster was 'hartstikke mooi'. Zo'n zestig boeken gingen er over de toonbank. De mensen keken en luisterden met belangstelling naar de diapresentatie. Daarop was onder andere te zien hoe Cis met zijn familie vorig jaar Kamp Amersfoort bezocht. Een beetje verontwaardigd vertelt hij: "Ik kon ze daar nog best veel vertellen wat ze nooit geweten hadden." Van het oude kamp resteert alleen nog de wachttoren, verder staat er op het terrein een nieuw museum. Maar aan de hand van de plattegrond kon Cis nog precies aanwijzen waar destijds de keuken was, waar de radiografen werkten en waar de rozen groeiden.
Wat er allemaal in het boek staat, daar vertelt Cis liever niet te veel over. "Dan weet iedereen het al en kopen ze het niet meer." Maar gaandeweg komt er, met hulp van zoon Peter, het nodige op tafel. Peter vertelt: "Toen ik een jaar of vijftien was, begon mijn vader pas af en toe iets te vertellen over wat hij in de oorlog had meegemaakt. Wij leerden op school over de drie van Breda. Mijn vader bleek hen te kennen. En hij vertelde dat hij in Soesterberg na een bombardement onder de doden uit moest kruipen. Van de groep van 130 hadden 25 mensen die aanval overleefd. Dat maakte natuurlijk veel indruk op mij. Je denkt dan toch: het had niet veel gescheeld of ik was er nooit geweest."

Zo'n dertig jaar geleden begon Roeters zijn ervaringen op te schrijven. In twee termijnen, want zijn vrouw vond dat hij er beter mee kon stoppen gezien alle herinneringen die bovenkwamen, maar Cis voelde een sterke drang om zijn gedachten op papier te zetten. "Het zit toch in mijn kop. Als ik eraan denk, zie ik het zo weer voor me, met alle details." Tot de uitgave van het boek kwam het nu pas, een jaar na het overlijden van zijn vrouw. "Het had wel tien keer dikker kunnen zijn, ik heb me beperkt tot de momenten dat ik door het oog van de naald kroop. Dat is echt wel een paar keer gebeurd."
De negentienjarige Cis nam dan ook wel risico's, hij fietste vaak rond in Ammerzoden, hoewel de Duitsers het natuurlijk op hem en zijn leeftijdsgenoten gemunt hadden voor de Arbeitseinsatz. Op een avond in 1943 ging het mis en werd de jonge Francis met een maat opgepikt in een café. "We zouden met de trein naar Tiel gaan voor een Ausweis, werd ons verteld, maar we vonden dat de reis wel erg lang duurde. Toen we langs het spoor het bord 'Amersfoort' zagen, wisten we dat het mis was."
Daar werd zijn naam veranderd in een nummer. Een half jaar later volgde transport naar Duitsland. Tegen het eind van de oorlog merkten de tewerkgestelden de onrust van de Duitsers. Cis kroop onder het prikkeldraad door. Tijdens de vlucht stuitte hij op de bevrijders. "Ook dat moment zie ik nog zo helder voor me, zelfs de stofwolken rond de tanks van de geallieerden. Daarna kwamen we in luilekkerland! Ik geloof dat ik wel driehonderd sigaretten heb verzameld."

Dat verzamelen zit er nog steeds in. Aardappels rapen, appels naplukken: Cis trekt er ondanks zijn hoge leeftijd op uit. "Maar nu komt de winterdag en heb ik minder te doen. Ik denk dat ik nog meer ga opschrijven, bijvoorbeeld over de tijd vóór de oorlog. Mijn ouders hebben één kind af moeten geven. Ik zie dat broertje nog haarscherp voor me, al kon ik zelf toen nog maar net kruipen. Het was een harde tijd, het is eigenlijk een wonder dat de mensen dat volhielden."

Het boek 'Ik heb het er goed vanaf gebracht' is te koop bij Linde Smaakvol Leven, Raadhuis 11 in Hedel, en bij Mooi & Puur, Vlasmeersestraat 86 in Vught.

'Het zit in mijn kop. Als ik eraan denk, zie ik het zo weer voor me, met alle details'