Julia (2)

Julia was 24 jaar en had haar man, waar ze net na het begin van de oorlog in 1914 mee was getrouwd, verloren op het slagveld.

Op een middag stonden er twee mannen voor de deur die haar de onheilsboodschap kwamen brengen. Hij was omgekomen tijdens een grote artillerieaanval van de Duitsers. Helaas was zijn lichaam niet meer te identificeren en was hij, met vele anderen, begraven in een massagraf in de buurt van Verdun.

Haar verdriet was immens! Alle pogingen van haar familie om haar te troosten liepen op niets uit. Julia nam het besluit weg te gaan en op een ochtend, in alle vroegte, trok ze de huisdeur achter zich dicht. Het enige wat ze achterliet was een briefje, gericht aan haar vader en moeder, met het verzoek de huur van haar huis op te zeggen en de spullen op te slaan in een pakhuis.

Ze wilde een nieuw leven beginnen en zo liep ze dus op 12 december 1918 huiverend op de lange, kronkelige dijk richting de stad met de grote toren die ze al uren tevoren had waargenomen in de verte.
Ze had het koud en had honger. Gelukkig was het droog, maar het waaide behoorlijk. Op dijken waait het blijkbaar altijd, dacht ze.

De wind kwam vanuit het noordwesten, schuin achter haar. Ze had de kraag van haar mantel zo hoog mogelijk opgezet.

Ze stapte stevig door en aan het eind van de lange, kronkelige dijk kon ze linksaf slaan richting de stad.

Ze was moe en verlangde naar een bed. Het eerste wat ze zag nadat ze de lange dijk had verlaten was een groot hotel met een rij lindebomen aan de voorkant. Julia had bitter weinig geld, maar dacht: misschien kan ik hier wel wat werk verrichten, zodat ik mijn overnachting ermee kan betalen.

Ze stapte naar binnen en keek om zich heen. Achter de toog stond een man met een groot wit voorschoot. Hij keek haar aan en vroeg op een nogal botte wijze wat ze wilde.

Ze had het koud en was moe en hongerig. Ze probeerde te vertellen wie ze was en waar ze vandaan kwam. Helaas was het een nogal onsamenhangend geheel waar de waard weinig oren naar had. Net op het moment dat de waard haar weer weg wilde sturen met de mededeling dat er in zijn hotel geen plaats was voor zwerfsters, ging er achter in de ruimte een deur open en kwam er een wat oudere vrouw, gekleed in een met bloemmotieven afgezette jurk, naar voren gelopen.

Wordt vervolgd.