• Wim van der Toorn op het schoolplein van De Wegwijzer in Nederhemert.
• Wim van der Toorn op het schoolplein van De Wegwijzer in Nederhemert. Foto: Lya Cattel

'Ik denk dat ik hier ook mijn 40-jarig jubileum nog wel haal'

Wim van der Toorn viert jubileum

nederhemert • 'Voor een kei van een directeur'. Op een grijs/blauw geschilderd keitje zit een briefje geplakt met deze tekst. Het ligt op de tafel in de werkkamer van Wim van der Toorn, die afgelopen week zijn 25-jarig jubileum vierde als directeur van De Wegwijzer.

Maar liefst 25 jaar staat hij nu aan het hoofd van de plaatselijke christelijke school. "En ik heb er nog lang geen genoeg van", glimlacht de 53-jarige Wim. "Als ik gezond blijf, dan denk ik dat ik hier ook mijn veertigjarig jubileum nog wel haal."

Zijn wieg stond in 1962 in Scheveningen, waar hij als jongste kind was geboren in een gezin van zes kinderen. Zijn vader heeft lang gevaren en ging later voor de gemeente werken. Zijn oudste broer is maar liefst negentien jaar ouder en koos voor een carrière in het onderwijs, net als een andere broer. Voor Wim bleek dat een mooi voorbeeld en hij ging dan ook na de middelbare school naar de pedagogische academie in Gouda. Na zijn afstuderen ging hij, inmiddels getrouwd, wonen en werken in Genemuiden. Maar dat mooie plaatsje tussen Zwolle en Meppel was toch wel erg ver van zijn ouderlijk huis in Scheveningen verwijderd. Na precies vijf jaar volgde dan ook zijn baan in Nederhemert. "Het sprak me aan om op een echte dorpsschool te gaan werken", verklaart hij die keuze. "Alle kinderen uit het dorp zitten op deze school, dus het is heel gemêleerd." Wat ook bijdroeg aan de keuze voor de Bommelerwaard was de mogelijkheid om in de mooie woning naast de school te gaan wonen. Het huis, uit begin twintigste eeuw, werd voorheen altijd verhuurd aan de 'bovenmeester', maar toen Wim en zijn gezin neerstreek in het dorp kreeg hij de gelegenheid om het te kopen.

Toen Wim in 1991 plaatsnam in de directiekamer stond op zijn bureau een grote degelijke typemachine. "Die heb ik snel vervangen door een elektrische machine", lacht hij. Een jaar later schafte hij de eerste computer van de school aan, zodat hij zijn administratie niet meer met pen en papier hoefde bijhouden. En vrij snel ging hij experimenteren met lesprogramma's voor de kinderen, vooral met rekenen en taal ging dat in die tijd al heel goed. Tegenwoordig staan er rond de zestig computers in de school en is Wim een plan aan het uitwerken om tablets aan te schaffen.

In de beginjaren stond Wim zelf nog voor de klas. Het bestuur had een grote vinger in de pap als het ging om beslissingen over de school. In de loop der jaren is daar verandering in gekomen en werd Wim steeds minder 'onderwijsman' en steeds meer 'manager', die op zijn eigen manier de school runt. Sinds 2001 richt hij zich uitsluitend nog op zijn directietaken. "Toen ik hier begon te werken waren er negen groepen met negen leerkrachten", vertelt hij. "Nu zijn er meer dan twintig teamleden, zeven schoonmakers, een conciërge en een klusjesman met een Wahjong-uitkering." Er zijn dit jaar 224 kinderen op school plus nog eens 31 peuters in de voorschool.

Samen met de coördinatoren van de bovenbouw en de onderbouw vormt Wim het managementteam. 'Samen voor elkaar' luidt de slogan van de school. "Elk teamlid is een professional", vertelt Wim. "Iedereen mag fouten maken, maar het is wel de bedoeling dat je daar dan voor uit komt. Dan kunnen we er samen iets aan doen. De onderlinge sfeer in het team is heel goed, ook de sfeer bij de kinderen is over het algemeen heel goed. We vinden sociale veiligheid heel belangrijk. Dat is ook het mooie van dit dorp. Iedereen kent elkaar en is betrokken bij elkaar. Samen staan we sterk."

Vernieuwing vindt Wim heel belangrijk. Op vrijdagmiddag mogen de kinderen van de groepen 5 tot en met 8 een keuzevak volgen. Zo kunnen ze onder meer leren koken, werken met hout of met de boswachter naar buiten om de natuur te ontdekken. Het past heel goed in 'Samen voor elkaar'; de kinderen leren iets compleet nieuws én ze leren met oudere of juist jongere kinderen samenwerken.

Britta Alink