Julia

De Eerste Wereldoorlog was voorbij. Nederland was buiten schot gebleven. Inderdaad, geschoten hadden onze soldaten niet maar de ellende die een oorlog in een buurland met zich meebrengt, was ook in ons land pijnlijk voelbaar.

Al hadden we als natie niet meegevochten, toch ervoeren we de schaarste in producten en werden we geconfronteerd met grote groepen vluchtelingen die veiligheid en geborgenheid zochten in ons land.

12 december 1918! Een maand na de wapenstilstand!

Julia liep op de dijk richting de stad met in haar linkerhand een rieten mand met daarin wat kleding en andere persoonlijke bezittingen.
Ze was net voor de wapenstilstand haar land ontvlucht en naar het noorden getrokken. De grote groep waarmee ze de grens was overgegaan, had ze al vrij snel verlaten. Daarin voelde ze zich niet op haar gemak. De groep bestond uit gezinnen, maar ook uit een behoorlijk aantal alleenstaande mannen. Ze lieten haar niet met rust en, trots als ze was, liet ze merken daar niet van gediend te zijn. Zo trok ze verder samen met een klein gezelschap dat hoofdzakelijk bestond uit vrouwen met kinderen en enkele oudere mannen.

Bij de talrijke boerderijen die ze tijdens hun tocht passeerden, probeerden ze te overnachten.

Sommige boeren streken de hand over hun hart en boden hen een plek aan in de hooischuur. Anderen joegen hen botweg van het erf.
Ook beschikte niemand van de vluchtelingen over voldoende geld om de broodnodige inkopen te doen in de dorpswinkels. Eten bij de boeren was vaak de enige mogelijkheid om niet met een lege maag de nacht in te moeten gaan. Vaak werd van hen geëist dat ze eerst nog de handen uit de mouwen zouden steken. Ga de stal maar uitmesten, kregen ze dan te horen. Ze kregen daarvoor geen geld maar mochten aanschuiven in het knechtenverblijf voor een eenvoudige maaltijd. De vluchtelingen waren er dankbaar voor. Wasgelegenheid binnenshuis werd niet geboden dus moest gebruik worden gemaakt van de pomp in de buurt van de stallen. Een ijskoude bedoening met de winterperiode aanstaande.

De situatie werd steeds nijpender en Julia begreep dat het zo niet verder kon gaan. Haar plan om zo snel mogelijk richting het midden van Nederland te trekken werd enorm vertraagd door haar reisgezelschap. Op een ochtend, nadat ze bijna niet had kunnen slapen vanwege de hoestende en huilende kinderen, nam ze het besluit alleen verder te trekken.

Ze nam afscheid van haar reisgenoten en zo begon haar eenzame tocht.

Wordt vervolgd