• Voorzitter Nico Kremers en trainer Erik Oeben.
• Voorzitter Nico Kremers en trainer Erik Oeben. Foto: Lya Cattel

'Over een paar jaar kunnen we een goeie vierdeklasser zijn'

'Overleefjaar' hernieuwd Jan van Arckel

ammerzoden • Wie dezer dagen sportpark d'n Huybert betreedt, ziet een complex dat de club Jan van Arckel na lange tijd weer eer aandoet.

Het in de regio beruchte knollenveld dat zelfs onderdeel van een item was in 'Hart van Nederland' is in een paar weken tijd ingeruild voor een hoogwaardig kunstgrasveld. Dat, aangevuld met een gloednieuw terras en één van de modernste LED-verlichtingen, moet de zondagvijfdeklasser weer het gewenste cachet geven.

Behalve qua uiterlijk is er ook binnenin de club een nieuwe weg ingeslagen. Nadat het eerste elftal afgelopen seizoen na vijf seizoenen uit de vierde klasse degradeerde, vertrok ook een groot aantal spelers. De Ammerzodense club wil nu weer jongens vanuit de eigen jeugd in het eerste elftal zetten en Oisterwijker Erik Oeben is daarvoor de aangewezen man. Oeben volgt Rob van Loon op, die deze zomer na vijf jaar naar zaterdagclub NOAD'32 vertrok.

Toen zijn vertrek werd bekendgemaakt, was er volgens Kremers een groot aantal sollicitanten voor die vacante positie: "We kregen veel reacties. Dat streelt ons wel, want dat betekent toch dat de club Jan van Arckel in het trainerswereldje bekend staat als een fijne club. Niet als goed, maar als fijn, want dat is waar je naartoe wilt als persoon. Niet naar een club waar iedere week politie rond het veld staat. Ons sprak het vooral aan dat Erik met jonge jongens zonder veel druk wil gaan opbouwen. Het werken met een jonge groep is als een bergetappe; het gaat een keer goed, je valt wat omlaag, maar uiteindelijk stijg je. Bij Rossum heeft Erik destijds dezelfde situatie aangetroffen, want daar moesten ze met jonge spelers ook weer leren voetballen. Dat voelde vertrouwd; de situatie is herkenbaar, allebei de clubs zijn redelijk herkenbaar. Dat gaf ons een goed gevoel."

Oeben weet waar zijn kracht als trainer ligt: "Ik ben geen kampioentrainer, maar juist echt een opleidingstrainer. Ik denk dat wanneer we twee, drie seizoenen de tijd hebben, we een keigoed elftal hebben. Dan kunnen we er echt een goeie vierdeklasser van maken. Het zijn allemaal 'snotpinnen',echte jonge gastjes nog." Dat hij te maken zou krijgen met een leegloop, wist Oeben overigens al vanaf het begin af aan: "Vanaf het eerste sollicitatiegesprek is duidelijk geweest dat er heel veel jongens zouden weggaan en dat het een heel moeilijk seizoen zou worden. Een overleefjaar. Mijn voetbal is verzorgd voetbal en toen ik vorig seizoen naar vier wedstrijden kwam kijken, heb ik niet één keer een aanval gezien die van achteruit werd opgebouwd. Bij mij moet dat juist. Twee weken terug speelden we bijvoorbeeld met 0-0 gelijk, maar kregen we wel veel complimenten. Zo van; 'Goh, er is weer echt gevoetbald'."

In de korte tijd dat Oeben in dienst is van de zondagvijfdeklasser, heeft hij al een kleine cultuurshock teweeggebracht binnen de club. Voor het eerst wil hij dat Jan van Arckel gebruik gaat maken van videoanalyse. "Ik heb die opleiding gevolgd en dat is gewoon de toekomst. Nico staat er heel erg voor open, maar er staan ook heel veel mensen huiverig tegenover: 'moet zoiets wel in de vijfde klasse?' Ik vind dat dat júíst moet in deze klasse, want hier maken ze veel meer fouten dan in de eerste of tweede klasse."

Een onderwerp dat al jaren een rol speelt bij de Ammerzodense club, is de keuze tussen het zondag- en het zaterdagvoetbal. Sinds dit seizoen zijn er twee seniorenteams, grotendeels bestaande uit oud-spelers en herintreders van Jan van Arckel, die hun wedstrijden op zaterdag afwerken. Er gaan ook al geluiden op dat de hele club dat voorbeeld zal volgen, maar Kremers verwacht vooralsnog dat die verandering niet zo'n vaart zal lopen: "Dat is nog lang niet aan de orde. Wij zetten deze twee teams in als pilot, maar onze selectie is en blijft het belangrijkste en het hoogste binnen de club. De zaterdagteams zien we als een nieuw product en we gaan nu kijken of dat iets is. We gunnen onszelf een seizoen om daar ervaring mee op te doen."

Martin van Hemert