Dokter
Conserven

De beide boekhouders van het bedrijf deelden samen een kantoor, ook aan de linkerkant van de gang. Geen uitzicht naar buiten dus. Beiden hadden ze een wat stoffig imago, passend bij hun beroep, vond ik. Tijdens mijn vaak saaie werkzaamheden ging mijn geest op de loop en werden er vaak grappen geboren. Ik projecteerde deze dan op de personen die humor-technisch gezien, het meest kwetsbaar zouden zijn. Als ik er nu nog over nadenk was dat eigenlijk best wel een beetje gemeen!

De beide heren boekhouders waren, net als velen in die tijd, stevige rokers. Met name Lucky Strikes waren populair. Ik vond het altijd bijzonder grappig om te zien hoe één van de heren een sigaret uit het pakje tevoorschijn toverde. Hij knipte met zijn wijsvinger en duim tegen de onderkant van het pakje en dan schoot er een sigaret omhoog. De boekhouder had deze stoere mannelijke handeling vast en zeker zien doen door een Amerikaanse soldaat in een oorlogsfilm! De Tweede Wereldoorlog was per slot van rekening nog maar zo'n dikke tien jaar voorbij! Die handeling van hem bleef me bij en ik dacht bij mezelf, daar moet ik iets mee doen. En zo geschiedde.

De heren maakten tijdens een middagpauze altijd een ommetje. De sigaretten bleven dan op het bureau liggen. Ik maakte gebruik van dat moment om alle sigaretten er uit te halen en ze te vervangen door peuken. De asbakken op kantoor lagen daar voortdurend vol mee. Die middag kwam er, direct na de pauze, verwacht bezoek voor de boekhouders. Na begroeting werd er thee besteld, welke even later door de kantinejuffrouw werd binnengebracht en geserveerd.

Het moment zelf heb ik nooit gezien, het zou te veel zijn opgevallen als ik stiekem door het gangraam had blijven staan kijken om het resultaat van mijn actie te zien.
Deze bleek zeer succesvol want plotseling werd de deur van het kantoor opengegooid en werd er met een door woede verstikte stem om de kantinejuffrouw geroepen. Ik kreeg later uit haar mond te horen dat het kopje thee van de boekhouder rijkelijk was gevuld met peuken en dat de beide bezoekers na haar binnenkomst nog moeite hadden hun lachen in te houden.

De boekhouders bleven regelmatig het mikpunt van grappen en grollen. Niet alleen ik, maar ook anderen maakten zich daar schuldig aan. Ik herinner me de keer dat de hoed van de ene boekhouder, die altijd op de bol in de garderobekast lag, gevuld werd met paperclips. Terwijl de metalen papierklemmetjes hun weg zochten tussen zijn huid en overhemd vertrok hij dit keer geen spier van zijn gezicht, maar trok zijn jas aan en fietste naar huis. Die dingen moeten minstens in zijn ondergoed hebben gezeten, dus erg prettig zal het niet hebben aangevoeld.

De andere boekhouder kwam er ook niet zonder kleerscheuren vanaf!

Wordt vervolgd.