Afbeelding
Foto: aangeleverd

1 Op welke kinderen heb je je onderzoek gericht?

Marjanneke de Jong (28), opgegroeid in Zaltbommel, promoveert 18 maart aan de Universiteit Utrecht op de ontwikkeling van matig te vroeg geboren peuters.

De Jong: "Op peuters die geboren zijn na 32 tot 37 weken zwangerschap. Lange tijd werd gedacht dat zij er weinig of geen gevolgen van ondervinden dat ze te vroeg geboren zijn, dus wordt verreweg het meeste onderzoek gedaan naar extreem premature kindjes, geboren bij minder dan 32 weken."

2 En klopt dat?

De Jong: "Nee. Uit eerder onderzoek bleek al dat kinderen geboren na 32 tot 37 weken op achtjarige leeftijd bijvoorbeeld vaker blijven zitten. Ik heb gekeken of ook bij peuters al verschillen zichtbaar zijn. En inderdaad, als ze anderhalf zijn, hebben deze kinderen meer aandachtsproblemen."

3 Hoe ontdekte je dat?

De Jong: "We hebben onder andere gewerkt met eyetracking. Tegenwoordig kun je oogbewegingen meten met infrarood licht dat is ingebouwd in een computerscherm, waardoor kinderen er niet door afgeleid worden. Voor mijn onderzoek kregen kinderen onder andere plaatjes van twee hondenhokken te zien. Na een tijdje kregen ze de vraag in welk hok de hond verstopt zat. Ook als ze niets zeiden of aanwezen, zag je dat ze reageerden met hun ogen."

4 Komt er nu meer aandacht voor deze groep kinderen?

De Jong: "Er is nog vervolgonderzoek nodig, maar ik hoop dat er nu al meer bewustzijn komt. Tachtig procent van de te vroeg geboren baby's valt in de categorie 32-37 weken. Dat zijn er twee per schoolklas. Nu geven ouders dat waarschijnlijk niet aan wanneer ze hun kind op school aanmelden, dus houdt een leerkracht er ook geen rekening mee."

5 Ben je zelf ook te vroeg geboren?

De Jong, lachend: "Nee, mijn moeder is ingeleid na ruim 41 weken."

Het proefschrift is digitaal op te vragen via m.dejong@uu.nl.