CDA vraagt aandacht voor laaggeletterdheid

werkendam • CDA-Werkendam wil dat de gemeente de laaggeletterdheid in de gemeente aanpakt. Uit een recent rapport van De Algemene Rekenkamer blijkt dat er een kloof is tussen het probleem en de aanpak van laaggeletterdheid.

Het CDA vindt het onacceptabel dat de laaggeletterdheid in Nederland groeit. De partij wil een sterke samenleving waar iedereen de kans krijgt om mee te doen. Daarom vroeg het CDA in de Week van de Alfabetisering, vorige week, aandacht voor deze groep.

Er zijn in Nederland 2,5 miljoen mensen die moeite hebben met taal en/of rekenen en die daarom niet mee kunnen komen in de maatschappij. Het aantal laaggeletterden neemt toe door vergrijzing, door toestroom van inburgeraars en doordat er nog steeds jongeren met onvoldoende taalvaardigheden van school komen. Deze stijging is alleen tot stilstand te brengen als er jaarlijks in Nederland 100.000 mensen worden bereikt. Dit betekent dat er landelijk vier keer zoveel mensen bereikt moeten worden als nu gedaan wordt. Daarmee wordt slechts de stijging van het aantal laaggeletterden gestopt. Bij de start van de Week van de Alfabetisering, op maandag 5 september, heeft Stichting Lezen & Schrijven gemeenten opgeroepen om actief mee te helpen om die verviervoudiging te realiseren. Wethouders wordt gevraagd hoe zij lokaal meer resultaat kunnen behalen en wat daar voor nodig is.

CDA Werkendam ondersteunt deze actie door schriftelijke vragen aan het College te stellen. Zo wil de lokale fractie weten of de gemeente in beeld heeft in hoeveel situaties laaggeletterdheid een probleem is, of kan zijn, voor het meedoen in de Werkendamse samenleving. Maar nog belangrijker is wellicht de vervolgvraag die het CDA stelt: hoe probeert de gemeente Werkendam nu te voorkomen dat mensen met een beperkte taalvaardigheid en/ of rekenvaardigheid aan de kant komen te staan? Ook wil de fractie weten met welke organisaties de gemeente Werkendam samenwerkt bij de aanpak van laaggeletterdheid en of de gemeente Werkendam bij gaat dragen aan het Taaloffensief.