• De stem van Frank Ferrari is nog altijd vol van geluid.
• De stem van Frank Ferrari is nog altijd vol van geluid. Foto: Henk Poelakker

'Zonder muziek is mijn leven doelloos'

Frank Ferrari blijft doorzingen

Frank (spreek uit: 'Frenk') neemt ons mee naar lang geleden, naar de tijd dat er in de zeventiger jaren her en der in de streek jeugdhonken waren. Heusden had de Tumca, Nieuwendijk kende Promani, de Soos in Almkerk, de Bulk in Genderen, enzovoorts. Frank kan zich de optredens met zijn band The Ferrari's in jeugdsociëteit Le Papillon in Wijk en Aalburg nog goed herinneren. "Voor ons een thuiswedstrijd: bomvol, goede sfeer en stevige muziek." Anno 2016 kan hij het musiceren niet laten, ondanks zijn beperking die Parkinson heet. "Zonder muziek is mijn leven doelloos." Frank heeft ruim 25 jaar zijn boterham verdiend met zingen: in feesttenten, op bruiloften en dorpsfeesten. Hij zet zijn bril recht en steekt van wal. "Ik ben geboren in Den Bosch als zoon van een hardwerkende vader, die wat bij schnabbelde als kunstfluiter. Na de technische school ging ik werken bij de typemachines van Remington, maar vooral vond ik mijn draai in de muziek. Mijn eerste bandje heette The Melody Guys, ik was 16 en leefde me als basgitarist heerlijk uit. Al snel bleek mijn grootste talent in de zang te liggen; niet veel later maakte ik de overstap naar The All Stars, een dansorkest dat o.a. in Het Lido in Waalwijk speelde. Begin jaren zestig waren dat soort bands hartstikke populair. Een mooie tijd. Ik moest in dienst, werd daar chauffeur en begeleidde een militair muziekkorps als tamboer-maître. Terug in de echte wereld wilde ik graag komen zingen bij The Ferrari's, een band uit Heusden met heel andere muziek. Hardrock, jongens met lange haren. Die gasten lachten me uit als ik begon over een overstap, maar twee jaar later zong ik bij die band."

Beatlegekte

"Eind jaren zestig maakten we een switch en gingen we meer op de commerciële toer. We speelden, nog altijd met lang haar en ruige baarden, nummers die gemakkelijker in het gehoor lagen. We zongen liedjes van o.a. de Engelse zanger Chris Andrews en wilden met hem in contact komen. De zoektocht naar hem werd gevolgd door De Telegraaf, wat mooie publiciteit opleverde. Het zelfgeschreven nummer Woogie Boogie werd de ether ingeslingerd, sloeg aan en betekende opdrachten. Onze manager Jan Vis zorgde voor een heel verrassende tournee door de DDR, het toenmalige Oost-Duitsland. We werden onthaald als waren we de Beatles, compleet met gillende keukenmeiden. Er werd aan de weg getimmerd, we bleken populair en overal waar we optraden maakten we er een feest van. Eind jaren zeventig werd ons nummer Sweet Love een echte hit, sterker nog: het kwam op nummer één te staan in de Top 40! Je zou denken dat het geld vanaf dat moment binnenstroomde, maar nee, het liep anders. Onze optredens waren al een jaar van tevoren geboekt en die hit veranderde aan onze gage niets, maar de organisator van bijvoorbeeld een tentfeest wreef in zijn handjes. Een jaar later scoorden we opnieuw hoog met het nummer Monza, dat over mijn hond ging." Als Frank dit allemaal vertelt, zingt hij bij het noemen van de nummers telkens een paar regels en wat blijkt? Zijn stem is nog altijd vol van geluid, klinkt warm en krachtig.

Het gesprek verplaatst zich naar een als studio ingerichte kamer. Ik kijk mijn ogen uit en Frank laat me zien én horen dat hij nog altijd nummers schrijft, zelf inzingt en zo ongeveer alle instrumenten, zij het digitaal, kan bespelen.

Keerzijde

Ik vraag hem of succes ook een keerzijde heeft. "Jazeker, want wat heeft dat succes me eigenlijk gebracht? Geen rijkdom, te vaak van huis, twee gebroken huwelijken, zogenaamde vrienden die vooral profiteerden, jaloezie en afgunst. Op enig moment kwam er binnen de band gedoe over o.a. de muziek en bleken we geen muzikale eenheid meer te zijn. Ik ben rond 1980 een paar jaar solo gegaan en verdiepte me in het vak van producer en geluidsman. Dat moest je toen nog in de praktijk leren, nu kun je een opleiding volgen aan de Rockacademie in Tilburg. In 1982 besloot ik onder de naam Frank Ferrari als professioneel zanger aan de slag te gaan. Mijn repertoire bestond uit veel eigen nummers, maar ook uit zogeheten evergreens. Ik ben die muziek trouw gebleven, ben blijven hangen in die tijdloze muziek en andersom bleven de fans mij trouw. Optreden, die stap op dat podium, dat vond ik zo fantastisch. De nummers die ik zong, kwamen uit mijn hart. Heerlijk om het contact met het publiek te ervaren, kei leuk."

'Met de paus krijg je volgens mij nog gemakkelijker contact'

Er komt een grote boodschappentas op tafel met daarin foto's, krantenberichten en knipsels. Een heel muzikaal leven in één tas.

De veertien uitgebrachte CD's mag ik zien en horen, enkele met op de voorzijde Frank en Belinda, zijn ex-vrouw.

"Ik heb op enig moment een DVD laten maken en toen ik mezelf terug zag, vond ik mezelf stijf en stram. Zittend kon ik mijn benen maar moeilijk stil houden. Een jaar later kreeg ik te horen dat ik Parkinson heb. Einde carrière, het jaar was 2004. Belinda organiseerde voor mij een prachtig afscheid van de bühne. Ik zocht en vond een goede dokter in België, het land waar artsen niet alleen kundig zijn, maar ook sociaal vaardig. Hier in Nederland moet je soms hemel en aarde bewegen om in contact te komen met een arts; met de paus krijg je volgens mij gemakkelijker contact."

Inmiddels is er bij Frank onderhuids een kastje aangebracht, waardoor ook zijn benen weer mooi stabiel zijn. Motorisch vindt hij zich nog niet top, maar met zijn snelheid van lopen is nog niets mis. Deze ras-entertainer treedt nog af en toe op en daar geniet hij met volle teugen van.