Rappèl'06 heeft een makkie
vianen • Het is inmiddels traditie dat Rappèl '06 het biljartseizoen afsluit met het spelen van het Hoge Hoed-toernooi. Dat was deze keer in een vroeg stadium ontdaan van de spanning. Een gecombineerd team van competitiespelers van Rappèl '06 had de concurrentie al na zes speeldagen ver achter zich gelaten.
Hoewel er, los van de competitie, tal van individuele kampioenschappen worden georganiseerd, is er vanaf eind april niet veel meer te doen. Tot het begin van de nieuwe competitie ligt een gat van meer dan vier maanden. Om het biljartgevoel en de clubbinding niet kwijt te raken is Rappèl '06 negen jaar geleden begonnen met het organiseren van een Hoge Hoed-toernooi. Aanvankelijk werden de deelnemers naar sterkte in drie categorieën ingedeeld, waarna de teams door loting werden samengesteld. Toen de animo daalde werd het toernooi ook opengesteld door biljarters van Het Fust en De Vrienden, en mocht men de teams zelf samenstellen.
Competitiemoyenne
"In plaats van tien hebben we deze keer maar negen teams op de been gekregen", vertelde mede-wedstrijdleider Stephan van Hees. "Elke biljarter is gehouden aan zijn competitiemoyenne, en dat varieerde nogal: de beste moest 111 caramboles maken en de minst sterke slechts 24. We hanteren altijd het Belgische systeem, zodat elke speler punten verdient voor zijn team. Per wedstrijd kan een ploeg maximaal 36 punten halen."
Vanaf begin mei zijn elke week acht ploegen in actie gekomen. Doordat niet iedereen van het team dat vorig jaar de wisselbeker won had ingeschreven kon dat trio zijn titel niet verdedigen. Vooraf was geen van de ploegen tot torenhoge favoriet bestempeld. Tot drie weken voor het einde waren er nog drie teams in de race. Team 3 (Van Hees, Richard van Stijn, Wil Warmenhoven, Ad Werkhoven en Frank Hoeflaken) had toen een offday en vergaarde slechts 17 punten. Daarmee was die ploeg op slag kansloos. Team 4 (Sanne Maree, Wil van Eijndthoven, Arie Bijleveld, Jochem Uiterwaal en Hennie Marinus) stond na die dag dik aan de leiding,