• Het mega-orkest onder leiding van Hans de Munnik tijdens de Grande Finale 'Ode aan Brederode'.
• Het mega-orkest onder leiding van Hans de Munnik tijdens de Grande Finale 'Ode aan Brederode'. Foto: Nico van Ganzewinkel

Meer dan 120 muzikanten en vocalisten in Grote Kerk

Onvergetelijke Ode aan Brederode

vianen • "Ik kijk met ontzettend veel plezier, genoegen en voldoening terug op deze fantastische dag", zegt initiator en organisator Rob van de Wiel.

Ode aan Brederode was vooraf aangekondigd als één van de hoogtepunten van het Brederodejaar. Daar was helemaal niks mee miszegd. Aan het muziekevenement werkten In totaal 120 muzikanten en vocalisten mee van Viva Musica, Nieuw Leven, het Viaans Kamerkoor, harmonie Orkest Excelsior Vianen en het Nieuwegeins Amateurs Symfonieorkest.

Na alle optredens volgde even na vier uur 's middags de Grande Finale, en wat voor één: een prachtige variant van de Negende van Ludwig von Beethoven 'Ode an die Freude'. Thijs Dercksen had een speciaal arrangement geschreven voor het mega-orkest, waarbij naast alle grote en kleine instrumenten, de vocalisten ook het carillon en rapper Jos Peek een plaatsje kregen toebedeeld. Het resultaat was verbluffend, constateerde Van de Wiel. "En je moet bedenken dat de orkesten en koren nog nooit met elkaar hadden geoefend." Historicus Maarten van Rossem, eregast deze dag, was ook verrukt. "Dit is toch het Europese volkslied? Zoals u weet ben ik een groot voorstander van de EU. Dus ik raad u aan om allemaal uit volle borst mee te zingen." Aan die oproep werd massaal gevolg gegeven.

Kwinkslagen

Maarten van Rossem vertelde op zijn geheel eigen manier, met allerlei kwinkslagen en grappen en grollen over het roemruchte geslacht Van Brederode en de geschiedenis van Vrijstad Vianen.

Hij zei enorm onder de indruk te zijn van het grafmonument van Reinoud III in de Grote Kerk, vooral van het geraamte van de 16e eeuwse edelman . "U moet weten dat mensen in de tijd van Reinoud III altijd bezig waren met de vergankelijkheid van het leven. De dood was in de tijd altijd kleurrijk aanwezig, kijkt u maar naar de schilderijen van Jeroen Bosch." Het bracht Van Rossem -zelf een verklaard atheïst- op het christelijk dogma van de 'wederopstanding der doden'. "Ik kan me daar nooit zo goede voorstelling van maken. Worden mensen dan weer compleet gereconstrueerd?"

Johan Wolfert van Brederode -een verre nazaat van Reinoud III- was volgens Van Rossem met een geschat vermogen van een miljoen gulden één van de rijkste mensen in de toenmalige Republiek. Hij kreeg 20 kinderen. Slechts twee kinderen bereikten de volwassenheid. Ze bleven echter wel kinderloos. Er bleef uiteindelijk weinig over van het familiebezit. In 1696 brandde kasteel Batenstein af. "Het laat maar weer eens zien dat dit soort wereldse glorie uiteindelijk snel in zijn tegendeel kan veranderen."

Ook over Hendrik van Brederode -die bekend stond als de Grote Reus- had Van Rossem zo zijn eigen visie. "Hendrik is altijd neergezet als een controversieel figuur: een drinkebroer, een feestnummer en een rokkenjager. Terwijl zijn jeugdvriend Willem van Oranje in onze vaderlandse geschiedenis op het schild is geheven en vooral in de 19e eeuw is neergezet als een smetteloos figuur. Maar dames en heren, ik kan u vertellen dat Willem van Oranje net zo'n grote drinkebroer en rokkenjager was als Hendrik van Brederode."