• Roel Ooms:
• Roel Ooms: "Dit is mijn thuis." Foto: André van der Vlerk

Molenaar Roel Ooms (70) weet van geen ophouden

'Deze molen is mijn thuis'

Roel Ooms kreeg ooit het aanbod om de molen in Zoelen over te nemen, maar kon geen afscheid nemen van 'zijn' molen aan de Haaftense Waalbandijk. "Ik kan deze molen niet in de steek laten."

Al veertig jaar zorgt de 70-jarige molenaar ervoor dat de wieken van De Blauwe Reiger blijven draaien. Het jubileum leverde hem onlangs een bezoekje op van de burgemeester. Neerijnen heeft de molen, als enige van de zeven molens in de gemeente, in eigendom. In februari heeft de geboren Schiedammer nog een feestje te vieren: dan is het precies vier decennia geleden dat hij zijn molenaarsdiploma haalde. Ooms, gepensioneerd docent bouwkunde in Tiel, raakte jaren geleden geïnfecteerd door een collega. Het was 1974, beiden bezichtigden de molen Prins van Oranje in Buren.

"Toen kwam de vraag of ik trek had om te helpen met het werk in de molen. Mijn collega zat op de molenaarscursus en deed twee jaar later examen, hij zou de molen in Zoelen gaan draaien. Hij vroeg of ik daar knecht wilde worden waarop ik toehapte, zonder te beseffen dat ik mijn leven veertig jaar lang aan molens zou wijden. Hetzelfde jaar kreeg ik van dé provinciale molendeskundige uit Arnhem, ene meneer Malisse, het verzoek of ik molenaar wilde worden in Haaften. Deze molen was zojuist, met behulp van veel geld van de bevolking, gerestaureerd. Dat ik pas enkele maanden later mijn diploma zou halen, was voor hem geen probleem. Voor de zekerheid ging deze man even met me mee om in elk geval de zeilen van de wieken te halen, zodat het risico was uitgesloten dat ik onverantwoord gebruik van de molen zou maken."

Na zijn examen, nota bene op de Prins van Oranje, was Ooms zo euforisch dat hij onmiddellijk twee wieken van de Haaftense molen met zeilen bespande en deze feestelijk liet draaien. Zelfs de toenmalige burgemeester Van Willigen viel het op. Hij kwam poolshoogte nemen, een gebeurtenis die Ooms nog helder voor de geest staat. "Hij vroeg: wat is er aan de hand dat je de molen draait met de nationale driekleur? Ik vertelde dat ik zojuist geslaagd was, waarop hij grapte dat ik de volgende keer wel even goed op de vlaggen moest letten. Deze hingen namelijk ondersteboven waardoor de kleuren in omgekeerde volgorde – blauw, wit rood – zichtbaar waren."

Keuringsdienst

De korenmolen met bouwjaar 1856 is officieel maalvaardig, maar het is naar schatting al ruim twintig jaar geleden dat Ooms voor het laatst tarwe maalde. Zijn grootste klant was tussen 1978 en 1981 dorpsbakker Klop uit Haaften. Voor hem vervaardigde hij meel uit een mix van inlandse tarwe en Amerikaanse springtarwe. Totdat na een jaar of drie al de Keuringsdienst van Waren, tegenwoordig NVWA, op de stoep stond en Ooms op de vingers tikte. "De molen beschikte niet over een mengtoestel zodat het koren noodgedwongen op zolder werd gemengd, op een schone vloer overigens. Volgens de Keuringsdienst was dat toch niet hygiënisch genoeg." Daarna rekende Ooms hier en daar nog wat boeren tot zijn klantenkring die veevoer van hem betrokken. Totdat in zakken verpakt koren uit de mode raakte ten faveure van bulkverpakkingen. Om koren direct in en uit vrachtwagens te kunnen laden, miste de molen echter een zuiginstallatie. Bovendien bleek het steenkoppel niet helemaal zuiver meer, omdat het ijzerwerk van binnen aan een prijzige restauratie toe was. Het zal ergens in 1995 geweest zijn dat Ooms voor het laatst tarwe maalde. Sindsdien draait hij louter - zoals dat heet - 'voor de Prins'.

De kleuren van de vlag hingen ondersteboven: blauw, wit, rood.

Opknapbeurt

"Ik wil de molen niet laten verpieteren", vervolgt hij. Wekelijks op zaterdag, maar in het hoogseizoen vaker, geven Ooms en zijn beoogde opvolger Marinus-Jan van Wijk (47) de molen de aandacht die het verdient. Een vast ritueel waarbij het tweetal bij weinig wind eerst om half elf 's ochtends de zeilen voorlegt. Zonder dit tweetal zou het bouwwerk snel aftakelen, legt Ooms uit. "Een draaiende molen kan snel tien jaar mee zonder veel onderhoud te verrichten. Maar blijven de wieken stilstaan, dan is het verval reeds na een jaar goed zichtbaar." Houtworm, vocht en uitwerpselen van vogels zijn de grootste vijanden van de houten kap.

De Blauwe Reiger staat opnieuw aan de vooravond van een grootscheepse opknapbeurt. Zo komt er een gloednieuwe stelling waarvoor het hout al is gekocht én gebeitst. Lopen op de huidige stelling is nog beslist veilig, benadrukt de molenaar, maar de restauratie is toch noodzakelijk om het hout bestendig te maken tegen zware stormen die de wieken testen die dan met kettingen aan de stelling zijn vastgemaakt.

Aanbod

Als het aan Ooms ligt gaat hij nog een tijdje in Haaften mee. Ooit werd hij door een bevriende, op leeftijd geraakte molenaar gevraagd om de molen in Zoelen over te nemen. Een verleidelijk aanbod dat hij na rijp beraad toch afsloeg.

"Ik woon in Kerk-Avezaath, op vijf minuten van Zoelen. Zoelen is makkelijker aan te rijden dan deze molen in Haaften. Thuis zie ik deze molen bij wijze van spreken uit mijn keukenraam draaien. Ik heb er slapeloze nachten van gehad, maar toch heb ik het niet gedaan. De Blauwe Reiger voelt als mijn thuis. Ik ben eraan verknocht geraakt. Ik kan deze molen niet in de steek laten."