• Martin den Besten.
• Martin den Besten. Foto: Geurt Mouthaan

'Ik had al afscheid genomen'

Een rijtjeshuis aan de Koolmeesstraat in Bleskensgraaf. Een gezinsfoto aan de muur, één van de kinderen die met twee vriendinnetjes thuiskomt, de moeder en de vader in de huiskamer; een doorsnee tafereel, maar voor Martin den Besten is het dat zeker niet. Het is nog maar enkele weken geleden dat hij thuiskwam uit het ziekenhuis om te sterven. De begrafenisondernemer was zelfs al uitgekozen. Maar vanaf dat moment werd alles anders.

Terug in de tijd, naar januari. Martin voelde zich na de kerstvakantie - hij werkt als ict-er op scholengemeenschap De Lage Waard in Papendrecht - alsof hij alweer toe was aan een nieuwe vakantie. "Ik was erg moe. Daarnaast was ik grieperig. Voor de zekerheid ging ik naar de dokter. Hij prikte bloed om dat te laten onderzoeken. 's Middags ging de telefoon: er was iets niet goed. Ik moest naar de spoedeisende hulp. 'Neem voor de zekerheid maar een pyjama mee', zei de dokter. Nee, ik maakte me geen zorgen. Ik was nog behoorlijk naïef. Om half drie was ik in het ziekenhuis, om zes uur hoorde ik dat ik acute leukemie had. 'Betekent dat kanker?', vroeg ik. Toen de arts dat bevestigde drong het pas echt tot me door. Gek, leukemie klinkt op de een of andere manier vriendelijker. Hoe we dat verwerkt hebben? Marja en ik hebben onze handen gevouwen en in gebed alles voor de Heere neergelegd. Dat gaf rust, die we hebben het hele proces hebben mogen ervaren. Het geloof heeft ons gedragen. En nee, de waarom-vraag heb ik in het ziekenhuis geen moment gesteld. Pas toen bleek dat de ziekte weg was, heb ik me afgevraagd: 'Waarom ben ik niet gestorven en anderen wel?'."
Veertig, vijftig procent kans om te overleven. Dat was het vooruitzicht voor de inwoner van Bleskensgraaf. Zeven dagen achtereen kreeg hij een chemokuur. Daar verzwakte hij van. Een ernstige complicatie was een schimmel in zijn darmen. De combinatie van deze aandoening en het feit dat de chemokuren nul resultaat hadden waren teveel voor zijn lichaam. "Op een gegeven moment wilde ik 's nachts naar de wc. Met hulp van een zuster stapte ik uit bed en viel flauw. Toen ik weer bijkwam zat ik in een plas met bloed. De oorzaak was een darmperforatie. Ik was te zwak voor een behandeling. De artsen konden niets meer voor me doen. 'Dan wil ik naar huis', was mijn eerste reactie."

Want daar verlangde hij naar: niet meer het gepiep van de medische apparatuur, niet meer zusters die in- en uitlopen. Terug naar de rust van het thuis aan de Koolmeesstraat. Per ambulance verkaste hij. "Gelukkig kreeg ik morfine, want luxe zit er niet in een amblance', glimlacht hij. "Het was maar goed dat ik vastgesnoerd lag, want je stuitert alle kanten op." En serieus: "In het ziekenhuis heb ik ziekenzalving gekregen (een christelijke traditie als mensen levensbedreigend ziek zijn, red.). Dat was een keerpunt. Voor mijn gevoel was ik God kwijt. Ik heb moeten leren dat geloof niet alleen een gevoel is, maar ook vertrouwen." Zijn vrouw Marja valt hem bij: "De nabijheid van God hebben we steeds mogen ervaren. Hij gaf ons de kracht en de rust om hier doorheen te komen. Daarnaast zijn er zoveel mensen uit onze omgeving die ons, gewoon ook praktisch, gesteund hebben. Zelfs in die tijd zei ik: 'Ik voel me ondanks alles rijk gezegend.'"

Op een zondagmiddag nam Martin afscheid van zijn vier kinderen. 's Nachts voelde hij zijn darmen rommelen. "Ik dacht: 'Dit is het dan.' Maar het stopte weer. De volgende dag kwam er ontlasting, terwijl dat eigenlijk niet meer kon. Woensdag zei de huisarts: 'Het lijkt erop dat het nog wel enkele weken kan duren', terwijl bij een onbehandelde darmperforatie je nog maar enkele dagen hebt. Dat was, hoe gek het ook klinkt, even moeilijk. Ik was klaar om naar het hemelse Huis te gaan. Niet levensmoe, maar klaar om te sterven." Volkomen onverwacht zette het herstel zich door. Een kok van restaurant De Burgemeester in Bleskensgraaf, die eerder werkte in het Ikazia ziekenhuis en gespecialiseerd is in eten klaarmaken voor kankerpatiënten, kwam via een familie uit Bleskensgraaf langs om voedsel te bereiden. "Van smoothies naar vaster voedsel en later gewoon wat de pot schaft. Daar sterkte ik van aan. Uit een test bleek dat er normale waardes rode en witte bloedlichaampjes in mijn bloed zaten, wat bij leukemie eigenlijk niet kan. Ook mijn darmen functioneerden weer normaal. De huisarts nam contact op met de behandelend arts: 'Meneer Den Besten is niet dood, maar hij is springlevend.' Later belde de arts mij ook: 'Ik hoor dat u er nog bent.' Hij snapte er niets van. Uit een latere test bleek de leukemie helemaal weg te zijn. Van een wonder, waar wij wel van overtuigd zijn, wilde de arts niet spreken, maar hij gaf wel aan dat hij zoiets nog nooit had meegemaakt."

Kippenvelmomenten, die hebben Martin en Marja den Besten de afgelopen weken meer dan gemiddeld meegemaakt. "De eerste keer weer naar buiten, vogels die hun nest aan het maken zijn, een vakantie boeken; de kleine dingen waardeer je zo intens. Wel moest ik alles opnieuw leren: staan, lopen, de trap opkomen. Van mijn spieren was maar weinig meer over." Het is moeilijk te geloven als je de goedgemutste Bleskensgraver hoort praten over weer beginnen met werken, zijn vertrouwde plaats innemen in het gezin en weer actief worden als kerkenraadslid. "Al weet ik: bij kanker heb je levenslang. De spanning blijft, elke keer als je voor controle gaat. Die vrijheid ben je kwijt." Onwerkelijk om te bedenken dat hij nog maar enige tijd geleden vel over been in een bed in de woonkamer lag. Hij beseft: voor anderen kwam het overlijden wel. "Ik heb daarmee geworsteld en God om een antwoord gevraagd. En dat kwam. De kinderen die hier langskomen en naar wie ik altijd zwaaide als ik in bed lag wisten dat ik zou sterven. Ze weten nu ook waarom dat niet gebeurd is. Je kunt het honderd keer vertellen, maar zo zien ze in het echt dat de God van de Bijbel nog steeds bestaat en een God van wonderen is. Waarom dit mij gegeven is en anderen niet, daar heb ik geen antwoord op. Maar ik wil desondanks mijn mond niet houden over het wonder dat God bij ons heeft verricht."