• Fabio Jakobsen:
• Fabio Jakobsen: "Als het niet lukt in het wielrennen, kun je altijd nog studeren." Foto: André van der Vlerk

Fabio's beste tijd komt nog

heukelum • Het roodwitblauwe tricot ligt bijna achteloos uitgespreid op de achtertafel. De gouden medaille ligt sierlijk rond de hals. Erbij ligt het startnummer: 35. Terwijl hij vragen beantwoordt, bergt Fabio (19) de bakjes havermout in de koelkast op die zijn moeder voor hem heeft geprepareerd. Krachtvoer voor de jongeman die bijna dagelijks op de fiets zit en jaarlijks een kleine 20.000 kilometer wegtrapt. Behalve op deze maandag. De media staan voor hem in de rij sinds hij vorige week in Ouddorp Nederlands overtuigend kampioen werd bij de beloften.

Eerder dit jaar schreef de renner van SEG Racing Academy al de prestigieuze Nation's Cup met finishplaats Zierikzee op zijn naam, een wedstrijd waarin elk land de beste zes sprinters afvaardigt. Jakobsen is intussen wel gewend aan winnen. Hij schat dat hij in zijn nog jonge carrière al zo'n twintig keer als eerste zijn wiel over de finish drukte. De winst van vorige week is de kers op de taart voor de bijna-twintiger die als klein joch voetbalde, rende, fietste, daarna met zijn vader mee ging schaatsen, vervolgens een mountainbike cadeau kreeg en daarna wegracer werd. Een bijzonder moment, herinnert Fabio zich. "Ik ging met mijn vader én mijn mountainbike naar Jan van Arckel (zijn vroegere club, red.) en toen scheen ik met open mond te hebben staan kijken naar een passerend groepje wielrenners. Voor mijn vader was het duidelijk: ik moest een echte racefiets hebben."

Mentaliteit

Zijn vader, nu 52, is nóg een van zijn belangrijkste trainingsmaatjes. Fabio grapt dat hij zich vroeger verschool achter diens brede schouders, maar dat het nu andersom is: Fabio op kop, pa erachter. Van zijn vader erfde hij mentaliteit. "Als je in het leven wilt winnen, zul je er iets voor moeten doen, je krijgt niks voor niks. Als puber had ik af en toe geen zin om op de fiets te stappen, maar mijn vader zei altijd: het moeilijkste moment is als je je schoenen aan moet doen. Maar als je op de fiets zit, ben je alles weer vergeten."
Een andere belangrijke invloed is Leon van der Wiel, de trainer met wie hij via zijn club Jan van Arckel in aanraking kwam. Hoewel, trainer. "Leon heeft het er altijd over dat hij ons begeleidt. Van een fietsend manneke gaan we proberen een wielrenner te maken, is zijn gevleugelde uitspraak. Bij Leon heb ik geleerd om schematisch te trainen met een doel, in plaats van op de fiets te springen en instinctief te trainen. Leren sprinten, weten wanneer je een sprint inzet, bijvoorbeeld om een aanval van een andere renner te pareren, in dat opzicht heb ik veel aan Leon te danken."

Hardheid

Officieel rijdt Fabio nog 2,5 jaar als belofterenner, maar de kans bestaat dat de grote amateurteams of zelfs profploegen eerder naar zijn gunsten hengelen. Geduld is een schone zaak, ook al is dat niet makkelijk nu de beste sprinters van de wereld – vaak slechts een paar jaar ouder dan de Heukelummer – heroïsche gevechten leveren om de dagprijzen in de Tour de France. "Ja, natuurlijk zie ik mezelf wel rijden tussen prachtige mannen als Cavendish en Sagan. Qua topsnelheid zou ik me waarschijnlijk nu al met de grote namen in het Tour-peloton kunnen meten, maar je moet toch wat ouder zijn om de pijn van de topsnelheid in de laatste kilometers écht goed te kunnen verdragen. In de wielerwereld wordt dat hardheid genoemd; dat rijpt met de jaren." Of er al interesse is van het hoogste wielerniveau? "Áls die er al is, dan loopt dat allemaal via de clubleiding. En trouwens, ik wil het niet weten. Wat ik nu moet doen is veel fietsen en wedstrijden rijden. Het is een droom, maar mijn tijd komt nog wel."

'Ik moet nog meer hardheid krijgen'

Hbo-opleiding

Vorig jaar, in zijn eerste jaar als belofterenner, liet hij zich voortijdig uitschrijven als hbo-student commerciële economie. Niet elke wedstrijd wordt door Fabio gewonnen. "Ik ben ambitieus, maar als je zoals ik dertig tot veertig uur per week op de fiets zit, dan is dat niet te combineren. Op de hogeschool kreeg ik de topsportstatus, wat betekent dat er flexibel wordt omgegaan met bijvoorbeeld tentamendata, maar als ik een toets een jaar later mag inhalen, dan zit ik waarschijnlijk weer op de fiets. Ik zat best in de knoop vanwege het feit dat ik heb moeten afhaken. Mijn vader heeft zijn hele leven op de glasfabriek gewerkt en zei: ga voor je kans, als het niet lukt in het wielrennen kun je later altijd nog studeren."
Fabio's eerstvolgende majeure uitdagingen zijn Olympia's Tour (eind september) en het WK in Qatar (oktober).