• Het interieur van de Achterste Molen is ingericht in de stijl van de vijftiger jaren.
• Het interieur van de Achterste Molen is ingericht in de stijl van de vijftiger jaren. Foto: Molenstichting

Molens in verleden verwoest door kruiend ijs en brand

Hellouwse molens open voor publiek

hellouw • Beide molens werden de afgelopen tijd gerestaureerd. Volgens Jan van Rijnsbergen, secretaris van de Molenstichting in het Gelders Rivierengebied, gaat het om zogenaamde wipmolens. "Een wipmolen heeft een bovenhuis en een onderhuis; het bovenhuis bevat het mechanische deel, het onderhuis is de woning. In de omgeving van Leerdam staan meer van dit soort molens, voor Gelderland zijn ze bijzonder. In de hele provincie staan 158 molens, de molens in Hellouw zijn de enige twee wipmolens."

Volgens Van Rijnsbergen dateren de molens – die bij elkaar horen - uit de 16e eeuw. "We denken dat ze rond 1560 zijn gebouwd." De huidige molens vormen de derde 'generatie'. "In 1574 werden de eerste molens verwoest door kruiend ijs. Het ging er destijds op de rivieren wat 'natuurlijker' aan toe dan tegenwoordig. In de winters ontstonden soms enorme dammen met ijsschotsen. Die veroorzaakten zelfs dijkdoorbraken." Veel later – in de 19e eeuw – gingen beide molens in vlammen op. "De een door blikseminslag bij hevig onweer, de tweede draaide te hard en kon niet meer worden geremd." Telkens werden de molens herbouwd.

Restauratie

De afgelopen anderhalf jaar vond een ingrijpende restauratie plaats die een half miljoen euro kostte. "Het was een ingrijpende klus, de Achterste molen moest helemaal uit elkaar worden gehaald. Het constructieve deel was ingezakt, de balken gingen uit elkaar en moesten worden verstevigd. Waar mogelijk moest de molen met kleine stukjes hout worden gereconstrueerd. Bij de grotere delen werd kunsthars gebruikt in de kleur van het hout. Zo blijft het oorspronkelijke beeld van de molen in stand. Stukje bij beetje is de molen weer opgebouwd." Aan de Voorste molen – 700 meter verderop – zat wat minder werk. Van Rijnsbergen benadrukt het belang om dergelijke molens in stand te houden voor het nageslacht. "Van 1560-1950 zorgden de molens voor de bemaling van de Hellouwse polder. Er waren twee molens nodig om het water uit de polder te halen. Elk dorp en elke polder had wel een of meer van zulke molens, in totaal stonden er zo'n 10.000 in ons land. Nu zijn daar nog 1.000 van over. Het zijn levende monumenten die het verdienen om in stand te worden gehouden, maar het kost veel moeite om geld bij elkaar te krijgen voor restauratie en onderhoud. Het Rijk is wel bereid geld te verstrekken, gemeenten en provincies zijn terughoudender." Het kost 10.000-15.000 euro per jaar om een molen te onderhouden. Het rijk betaalt daarvan de helft, de provincie een kwart, terwijl het resterende deel wordt opgehoest door gemeenten en stichtingen. "De provincie heeft de afgelopen tijd de hand wat op de knip gehouden, zodat we een paar duizend euro per jaar te kort kwamen. Maar we kunnen de molens alleen in stand houden door ze draaiende te houden. En dat kost geld."
Voor de restauratie van de Hellouwse molens heeft de provincie fors in de buidel getast en 320.000 euro bijgedragen. "Men verdient daarvoor alle lof", vindt Van Rijnsbergen. De rest van het geld werd o.a. bijeen gebracht door giften van de BankGiroLoterij, de Rabobank, het Prins Bernhard Cultuurfonds, terwijl de stichting er zelf ook een aardige spaarduit instopte. Eind vorig jaar werd de restauratie afgerond. Daarna richtten vrijwilligers in de Achterste molen een bezoekerscentrum in. "Daar wordt de geschiedenis van de dorpspolder verteld. Bovendien is het interieur van de woning ingericht in de stijl van de jaren vijftig, compleet met bedstee." Ook de gebouwen bij de molen zijn heringericht en dienen onder meer als expositieruimte, terwijl films informatie geven over de geschiedenis van de molens in ons land. Op het eiland staat een derde molentje waar de jeugd de functie van de molens wordt getoond. "Als vrijwilligers hebben we zo'n 5.000 uren in de restauratie en herinrichting gestopt."
Op zaterdag 14 mei, Nationale Molendag, gaat de Achterste Molen voor het eerst open voor het publiek.

André Bijl