• Cursisten en vrijwilligers zetten zich in tijdens de Leerdamse taalcursus.
• Cursisten en vrijwilligers zetten zich in tijdens de Leerdamse taalcursus. Foto: André Bijl

Gemeente kiest binnen twee weken pilot om uit te werken

'Van lelijk eendje naar mooie zwaan'

leerdam • Ons land telt circa 1,3 miljoen laaggeletterden: een op de negen Nederlanders tussen de 16 en 65 jaar heeft zulke grote problemen met lezen en schrijven dat het hun leven beïnvloedt. In Leerdam ligt dat percentage door de bevolkingsopbouw nog wat hoger dan het landelijk gemiddelde.

Vandaar dat de gemeente vorige week woensdag een 'Dag van de taal' organiseerde. Overdag besteedden peuterspeelzalen, scholen, bibliotheek en het taalcafé op allerlei manieren aandacht aan taal, 's avonds werd een druk bezocht symposium over laaggeletterdheid gehouden.

Weinig geld

Tijdens de inleiding van Maurice de Greef, hoogleraar laaggeletterdheid, betreurde de 'zaal' het dat er – onder meer binnen het onderwijs – zo weinig geld beschikbaar wordt gesteld voor deze kwetsbare groep. De Greef: "Dat klopt. Het geld wordt in het onderwijs vooral ingezet om de grote middengroep niet te verliezen." Jolanda Smid, directeur van het Heerenlanden College, stelde vast dat veel leerlingen alleen op school in contact komen met de Nederlandse taal. "Zodra ze het lokaal uitstappen, gaan ze over op een andere taal. Daar komt nog bij dat ze ook hun oorspronkelijke moedertaal niet goed spreken, zodat ze overal buitenboord dreigen te vallen."

Scheiding

Grappig detail: onderzoek heeft uitgewezen dat de thuissituatie voor de taalontwikkeling belangrijk is. Getrouwd zijn, blijkt voor laaggeletterden vaak een belemmering om hun eigen situatie aan te pakken. "De vrouw schrijft de nieuwjaarskaarten of de man leest de ondertiteling voor zijn vrouw. Al is dit natuurlijk geen pleidooi om te scheiden", grapte De Greef.

Praktische problemen

Laaggeletterden lopen tegen tal van problemen aan. Rien de Hoog en Koos Vervoorn – beiden een groot deel van hun leven laaggeletterd – vertelden over de praktijk van alledag. "Je wereld is erg klein. Reizen met het openbaar vervoer is een flink probleem. Een kaartje kopen en plaatsnamen herkennen is al lastig zat. Als je dat 'overleeft', zijn lange straatnamen de volgende valkuil."

Geintje

"Ik wilde een keer naar Rotterdam en vroeg aan een conducteur welke trein ik moest nemen. Die liet me voor de 'gein' de verkeerde kant oprijden. Als je dat een paar keer overkomt, laat je het verder wel zitten." Gebruik van medicijnen, een bezoek aan het ziekenhuis, vrijwilligerswerk; alles waarbij taal aan te pas komt, levert problemen op. "Je begrijpt de etiketten en bordjes niet en kunt ook geen e-mails lezen." Sommigen hebben de 'moed' hulp te vragen, het merendeel verschuilt zich achter smoesjes. "Ik was goed in trucjes, manipuleerde mijn collega's."

Rien – Leerdammer – en Koos – afkomstig uit Schiedam - maakten op de Dag van de Taal een reisje door de Glasstad en vertelden 's avonds de 'conferentiegangers' dat ze tijdens zo'n tochtje geconfronteerd werden met beperkingen waar een ander geen idee van heeft.

Bloed prikken

"Kom je in de polikliniek om bloed te prikken, dan heb je meteen een probleem. De borden wijzen je de weg, maar daar hebben wij niet zoveel aan. Een groot ziekenhuis is helemaal een ramp. Ben je zo een uur aan het zoeken voor je op de goede plek bent. Trouwens: daar heeft een 'normaal' mens nog zijn handen vol aan."

Schop ze naar de cursus

Overigens benadrukten beiden dat de op zich goedbedoelde hulp van familie, vrienden en collega's evenmin de juiste aanpak is. "Hartstikke lief, maar zo verandert er niks. Er is maar één remedie voor laaggeletterden: schop ze naar een cursus. Even doorbijten, maar de resultaten zijn geweldig."

Vreselijke nul

Koos deed dat toen hij op zijn 40e zijn vrouw ontmoette. "Ik vond mezelf altijd een vreselijke nul. Maakte verkeringen uit om maar niet met mijn probleem voor de dag te hoeven komen."

"Tot ik mijn vrouw ontmoette. Ik viel als een blok voor haar en wilde haar niet kwijt. Toen ze in de gaten kreeg dat ik laaggeletterd was, gaf ze me een trap onder mijn achterwerk die ik nu nog voel en gaf me vervolgens op voor een cursus. Daar ontdekte ik dat ik meer was dan dat lelijke eendje."

Sterker nog: inmiddels is hij 'ambassadeur laaggeletterdheid' en heeft een boekje geschreven.

Rien de Hoog ging anderhalf jaar geleden naar school toen hij bij vrijwilligerswerk Martijn Lukkien, coördinator van het Leerdamse taalproject, tegen het lijf liep.

"Zeker als je ouder wordt, heb je er alleen maar profijt van. Leren is hartstikke goed voor je hersenen. Maar je hebt wel even iemand nodig die je erbij haalt."

André Bijl