• Martine Verlek en Joop en Gerda van der Grijn in de opvanglocatie, terwijl deze wordt ontmanteld.
• Martine Verlek en Joop en Gerda van der Grijn in de opvanglocatie, terwijl deze wordt ontmanteld. Foto: Marijke Verhoef

Joop en Gerda van der Grijn

Een hand op een schouder

De matrassen liggen op een grote stapel in de woonkamer. Gemeentewerkers halen de stapelbedden schroefje voor schroefje uit elkaar. Buiten staan alle stoelen opgestapeld op de vrachtwagen. Klaar voor transport. Huiselijk voelt het er al niet meer aan. "Je kent het bijna niet meer terug", zeggen Joop (68) en Gerda (69) van der Grijn uit Goudriaan. Zij waren de afgelopen acht weken meerdere dagdelen per week te vinden in de opvanglocatie te Bleskensgraaf en zwaaiden de vluchtelingen zaterdag uit.

"Het was echt heftig. Er waren hele grienpartijen. Daar heb ik niet aan meegedaan, maar het zat er dichtbij. Er zijn hele vriendschappen ontstaan de afgelopen maanden", kijkt Joop terug. Voor de dertig mannen, vrouwen en kinderen uit Eritrea was het moeilijk om de huiselijke opvangplek in Bleskensgraaf te verruilen voor het nieuwe en veel grotere opvangcentrum in Gorinchem. "Ze voelden zich hier heel veilig en vormden samen een hele hechte groep", vertelt Gerda.

Ze denkt terug aan de dag dat één van de vrouwen slecht nieuws kreeg. De telefoons, televisie en muziek gingen uit en alle vluchtelingen kwamen naar haar toe om haar te steunen. Ze waren er echt allemaal voor elkaar. Konden Joop en Gerda op zulke momenten ook helpen? "Niet echt. De meesten spraken weinig Engels, dus je kunt niet communiceren. Een hand op de schouder, meer kun je niet doen."

De hulp van de ongeveer honderd vrijwilligers was vooral praktisch. Nederlandse les, verkeersles, fietsles, brei- en haakles, kinderactiviteiten of mee naar de kerk. Een groep van twintig vrijwilligers hielp bij de dagelijkse begeleiding in de opvanglocatie. In shifts van zeven uur was er steeds iemand van de gemeente en een vrijwilliger aanwezig en 's avonds en 's nachts waren er twee bewakers. Joop en Gerda draaiden meestal meerdere shifts per week.

Pindakaas

De ochtendshift begon om 7:30 uur. De vluchtelingen haalden zelf het ontbijt op bij de supermarkt, waarna de vrijwilligers het ontbijt klaarzetten. "Ze prakten pindakaas, tomaten en fetakaas door elkaar en doopten daar hun brood in, fantastisch om te zien." De vluchtelingen ruimden de boel zelf weer op en vanaf 10:00 uur waren er activiteiten. De kinderen gingen een dagdeel naar de basisschool. Om 14:30 uur arriveerde de middagploeg, die tot 20:30 uur bleef en onder andere het avondeten in goede banen leidde. Een cateringbedrijf verzorgde het eten. Eerst vooral rijstgerechten, later ook Hollandse pot. "Maar de stamppot kwam steeds niet op, dus toen is dat vervangen door pasta. Dat was een groter succes."

'Je wilt gewoon iets voor ze doen. Je bent er voor ze, bij nacht en ontij'

De vluchtelingen zijn allen Christen, variërend van katholiek, evangelisch tot orthodox. En dus stond er een kerstboom in de woonkamer en is een groep naar de kerstnachtdienst in één van de plaatselijke kerken geweest. Tijdens het orthodoxe kerstfeest, op 7 januari, hebben de vluchtelingen een Eritreese maaltijd gekookt en kerst op hun manier gevierd: met zang en dans. Burgemeester Van der Borg vierde dit feest met hen mee. En ja, hij heeft zelfs meegedanst.

Machteloosheid

Tussen deze momenten van plezier door, waren er ook momenten van verdriet en machteloosheid en zorgen om familie in Eritrea. "Dat is zo ongeveer het Noord-Korea van Afrika", zegt Martine Verlek van VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland. "Er is geen vrijheid van meningsuiting. Je moet op je zeventiende in dienst en hebt geen idee wanneer je er weer uit mag. Je belandt in de cel zonder enige vorm van proces. De Eritreese overheid schijnt ook informanten in Europa te hebben, die in de gaten houden waar gevluchte Eritreeërs zich bevinden. Hun familie wordt dan in Eritrea onder druk gezet." Mede daarom zijn de vluchtelingen uit het opvangcentrum in Bleskensgraaf niet in de media verschenen.

De verhalen zijn Joop en Gerda bekend. Ze zijn al sinds 1993 vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk. "In dat jaar was er een handtekeningenactie tegen de komst van een vluchtelingengezin in Goudriaan. Wij hebben het verzet gebroken", zegt Joop met een kwajongenslach. "We zijn die mensen gewoon gaan helpen. Dat zou je zelf ook willen in zo'n situatie." Gerda: "Je wilt gewoon iets voor ze doen en het mooie is dat je de mensen uiteindelijk ziet opbloeien. Je bent er voor ze, bij nacht en ontij, maar je maakt ook de mooie dingen met ze mee."