• Annelies van der Esch.
• Annelies van der Esch. Foto: Geurt Mouthaan

Huisarts Annelies van der Esch neemt na ruim dertig jaar afscheid

'De geneeskunde is niet almachtig'

bleskensgraaf • Het moet in de jaren tachtig een bijzondere combinatie geweest zijn: de traditionele dorpsdokter Schouwink, een man die nadrukkelijk aanwezig was, en de nieuwe huisarts aan zijn zijde, dokter Van der Esch, die je niet snel op de voorgrond ziet staan en liever luistert dan praat. Toch, in een enkele bijzin hoor je dat ze niet iemand is die zich zomaar opzij laat zetten. "Ja, op het oog was ik wat minder dominant", glimlacht ze. Een open sollicitatie bracht haar naar Bleskensgraaf. "Zo kwam ik bij dokter Schouwink terecht. Inderdaad, een ander persoon dan ik zelf ben. Dat heeft wel eens gebotst, maar over het algemeen is dat heel erg makkelijk gegaan. Hij was de baas, maar had ook de nodige humor. En hij was altijd volstrekt eerlijk. Ik heb veel van hem geleerd. Niet alleen op medisch gebied, maar ook wat betreft mensenkennis. Daar was hij goed in. In enkele steekwoorden gaf hij iemands karakter aan. 'Die heeft ze achter de ellebogen' of 'Die doet geen vlieg kwaad'. Dat bleek vrijwel altijd te kloppen."

Als dochter van een huisarts twijfelde ze lang welke richting ze op zou gaan. Talen, of toch kunstgeschiedenis? "Uiteindelijk heb ik op basis van praktische argumenten voor medicijnen gekozen. Pas tijdens het laatste deel van de studie ben ik de kant van huisarts op gegaan. Het generalistische sprak me aan." En weer met een glimlach: "Ik vind het ook prettig om me overal mee te mogen bemoeien."

Voordat Van der Esch in Bleskensgraaf huisarts werd, werkte ze tijdens de opleiding in een huisartsenpraktijk in Zoetermeer. "Het ging daar heel zakelijk aan toe. Bleskensgraaf paste veel beter bij mij. Bij Schouwink dronken we koffie in de keuken. Het was dorpser, gemoedelijker. En of Bleskensgraaf mij ook accepteerde? Ik was niet de allereerste vrouw die hier huisarts werd, dus die barrière hoefde ik niet te overwinnen. In het begin was het natuurlijk wel even wennen. 'Dat meisje is langs geweest', zeiden ze dan. En omdat ik in die tijd veel lange rokken droeg noemde iemand me een zigeunerin. Maar dat hoorde ik allemaal later. Het is altijd heel goed gegaan. Ik ben nooit echt een Bleskensgraafse geworden, maar heb me hier wel altijd thuis gevoeld. Het contact met de mensen, dat ga ik dan ook als meeste missen."

Veel veranderde sinds 1 oktober 1983, de dag dat Van der Esch voor het eerst als huisarts in Bleskensgraaf aan de slag ging. In de praktijk kwam er veel niet-medisch werk bij. Het invullen van formulieren, het volgen van cursussen om de juiste protocollen te volgen, de administratie, het nam steeds meer tijd in beslag. "Daar zuchten veel huisartsen over. Het is een minder leuke kant van het vak." Wat ook veranderde: samen met Dick Kruijthoff ging ze in 1992 verder in de Bleskensgraafse huisartsenpraktijk. "Met hem heb ik al die jaren met veel plezier gewerkt. Wij konden op elkaar vertrouwen en dat was heel waardevol. Inmiddels telt ons team meer dan tien assistentes, praktijkondersteuners en de andere artsen, Pellikaan en van den Berge. Zonder zo'n team kan je tegenwoordig niet meer werken als huisarts."

Annelies van der Esch vertelt met warmte over een aspect van haar werk dat ze met liefde deed: palliatieve zorg, de begeleiding in de laatste levensfase. "Het was heel bevredigend om iemand die gaat sterven bij te staan en ervoor te kunnen zorgen dat hij of zij op een goede wijze kon overlijden." De voortgang van de medische kennis bracht veel verbeteringen. "Wat ook is veranderd is de openheid waarover levensbedreigende ziektes wordt gesproken. Vroeger was dat versluierd, werd het woord kanker bijvoorbeeld niet eens genoemd. Het is nog niet zo lang geleden dat ons is geleerd patiënten eerder te vertellen dat het moment van overlijden nadert." Ze valt stil, denkt na. "De dood is niet makkelijk, maar ik heb altijd geweten dat de geneeskunde niet almachtig is. Huisartsen accepteren dat misschien eerder dan specialisten, die meer alles uit de kast trekken om patiënten nog enkele weken in leven te houden."


Geurt Mouthaan