Bas van der Wal.
Bas van der Wal. Foto: Aangeleverd.

Drukke tijden voor Bas van der Wal

Kunst als grootste zegening

Vanaf 8 december hangt de Meerkerker met een vijftal kunstuitingen in het Delftse museum Prinsenhof op de expositie 'Kijk, Jan Schoonhoven'. In maart 2016 is een groot deel van zijn werk te zien in het Stadhuis van Gorinchem. Dan exposeert de bijna 33-jarige Van der Wal, doordeweeks actief in zijn atelier in Utrecht, met de bekende stilleven schilder Jan Boom.

"Kunst zie ik als de grootste zegening, die een mens heeft. Het wordt je geoorloofd om kunstenaar te zijn, het werkt voor mij louterend. Veel mensen kunnen ook wat ik kan, je moet er wel in geloven dat je het kunt. Religie en kunst liggen bijzonder dicht bij elkaar. Alleen via deze twee krijgen mensen een diepe verstandhouding met elkaar, dat is nergens anders mee te bereiken", denkt Bas van der Wal.
Zo kwam hij in contact met Rik van Hazendonk. "Vorig jaar startte Hazendonk met de samenstelling van een tweetal exposities 'In het spoor van Jan Schoonhoven'. Nadat hij doeken van mij had gezien op de Rotterdam Artfair in 2014, heeft hij mij benaderd. In een mail vertelde Hazendonk dat hij in mijn werken verwantschappen ziet met Schoonhoven. Ik zou op een hedendaagse manier met zijn technieken om weten te gaan", aldus een uiterst bescheiden Bas van der Wal. "Net als hij, wil ik niets van mijzelf laten zien. Mijn handschrift op een doek is niet belangrijk."
"Schoonhoven (overleden in 1994 – TS) heeft veel betekend voor de hedendaagse kunst en over de hele wereld hangen zijn kunstwerken. Vanaf het eerste jaar op de kunstacademie ben ik van hem gecharmeerd. Ik heb hem nooit ontmoet, was het maar zo. Hij weet het persoonlijke los te laten. Net als de andere kunstenaars, die waren aangesloten bij de zogenaamde 'Nul-beweging'. Samen met onder andere Armando, Henk Peeters en Jan Hendrikse zette hij zich af tegen de Cobra beweging. De Gorcumse kunstenaar Ad Dekkers hoorde er ook bij. Schoonhoven streefde naar een meer objectieve kunst, ontdaan van elke emotionele waarde en waarin de aanwezigheid van de kunstenaar als persoon was uitgewist. Vanuit de kracht van de eenvoud, zuivere werkjes maken. Zo werk ik ook, maar mijn kunstwerken zijn niet per definitie wit. Net als bij Schoonhoven, mag best een mensenhand te zien zijn. Zolang deze maar objectief en niet persoonlijk is."

De liefde voor kunst was bij de in het Lexmondse Lakerveld opgegroeide Van der Wal al vroeg aanwezig. "Vanaf de lagere school De Rank in Meerkerk zat ik al te tekenen. De hop, een klein lief vogeltje, was mijn favoriet. Al snel schilderde ik graffiti, zoals in het tunneltje aan het eind van de Marijkeweg richting de Broekseweg. Inmiddels is dat verleden tijd."
Zijn zuinige lach vraagt om een uitleg. Zijn oudere broer Daan haalde weleens kattenkwaad uit en moest van buro Halt zijn tekeningen verwijderen. Toen hij alles schoon had gemaakt, kon Bas weer aan de slag.

Van der Wal zat ondertussen op de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. "Met dank aan mijn ouders, die mij toch wel kunstzinnig hebben opgevoed. Op jonge leeftijd besef je dat niet. Maar met terugwerkende kracht, is de interesse voor de kunst wel in mijn jeugd ontstaan. Ik was er alleen nooit zo zeker van dat ik het zou kunnen. De eerste studiejaren waren een speeltuin voor mij. Aan alles mocht ik ruiken en over nadenken. Op een gegeven moment heb ik het figuratieve verlaten. Ik zat veel in een bos en tekende de ene na de andere boom. Een leraar vroeg op een gegeven moment of de mens geen natuur voor mij zou kunnen zijn. De mens als simpel gegeven, die zich herhaalt en niet bezig is iets te bedenken."
Van der Wal zag een stratenmaker aan het werk. "Net als hij, repeterend bezig zijn. Als een soort automatische piloot komen tot de ondoordachte menselijke basaliteit. Dat wilde ik. Op een dag kocht ik in de supermarkt een paar doosjes lucifers. Met de afdrukken van de brandende zwavelkoppen maakte ik een van mijn eerste werken in de huidige vorm. Elke lucifer brandde anders, ook omdat ik het raam weleens opende in mijn warme atelier. De wind blies het houtje eerder uit. Prachtig, precies zoals ik wilde. In de winkel werd er wel raar naar mij gekeken, toen ik een paar keer per week het hele schap met Flix-luciferdoosjes leeg kocht. De goedkoopste lucifers, want als kunstenaar moet je altijd op de centjes letten. Nee, een vetpot is het niet. Eten lukt wel hoor, maar ik leef niet op ruime voet. Ik probeer sowieso niet te wennen aan veel. Het klinkt misschien dramatisch, maar ik heb een hartstikke fijn leven."

Van der Wal is altijd op zoek. "Op elke expositie hoop ik iets nieuws te laten zien. Niet in Delft, in nauwe relatie met het werk van Schoonhoven hangen daar tot 14 februari twee bestaande 'Lucifer-werken" en drie kunstvormen met modder. Ik werk graag met natuurelementen, zoals licht en vuur, water, aarde en lucht. Water loopt zoals het stroomt en vuur blakert alle kanten op. Voor de expositie in Gorinchem, vanaf maart tot eind juni, ben ik nu aan het experimenteren. Regelmatig ben ik te vinden aan de kust. Telkens zet ik een streep inkt op een linnen doek, die ik vervolgens in zee gooi. De branding brengt het doek terug en ik zet er weer een nieuwe lijn op. De natuur, in dit geval de zee, maakt zijn ding. Telkens opnieuw."

Zoals zoveel kunstenaars doet Van der Wal ook zijn eigen ding. "Mooi of lelijk zijn voor mij geen goede maatstaven voor kunst. Ik probeer deze twee dan ook niet het maakproces te laten dicteren. Het is natuurlijk wel lekker als je een kunstwerk kan verkopen. Maar ik maak nooit een schilderij, dat moet staan bij een gekochte bank. Als ik zo moet werken, dan kan ik beter pannenkoekenbakker worden."

'Mooi of lelijk zijn voor mij geen goede maatstaven voor kunst'