• Roelia Stek-van den Heuvel vierde onlangs een bijzonder jubileum.
• Roelia Stek-van den Heuvel vierde onlangs een bijzonder jubileum. Foto: @Levien Vermeer

Koster Leerdamse kerk viert 80-jarig jubileum

Algemeen 673 keer gelezen

LEERDAM • Roelia Stek-van den Heuvel (88) viert haar tachtigjarige jubileum als kosteres van het Evangelisch Lutherse kerkje in Leerdam. Die taak nam ze van haar moeder over.

Het valt niet direct op, maar toch is het ook weer niet te missen: een schattig klein kerkje met een ijzeren hek ervoor, aan de Nieuwstraat in Leerdam. Het is haar tweede thuis geworden, vertelt kosteres Roelia Stek-van den Heuvel. 

“Onze Evangelisch Lutherse kerk is gesticht door de Duitse glasblazers die omstreeks 1750 naar Nederland en Leerdam kwamen”, vertelt ze enthousiast, en wijst naar het kristallen doopvont met deksel, dat in een koperen houder aan de preekstoel bevestigd is. “Die hebben ze uit Bohemen meegebracht.” 

Met een begrafenis wordt de kist op de plaats van de altaartafel onder de preekstoel opgesteld, wijst ze. “Dan draai ik het doopvont naar het hoofdeind van de kist toe. Het leven is tenslotte met de doop begonnen.” 

In het huis naast de kerk is Roelia geboren. ‘Deus Regit’ staat er op. “Dat betekent God regeert”, weet ze. Bij de aangifte van haar geboorte wilde de gemeenteambtenaar haar naam eerst niet noteren. “Mijn vader moest het trouwboekje van mijn opa gaan halen, om te bewijzen dat mijn tante ook zo heette.”

Beleefdheid
Recent mocht Roelia haar achtentachtigste verjaardag vieren. Ze is er nog een beetje beduusd van. “Ik heb zoveel post gekregen, daar sta ik perplex van. Zelfs van huurders van ons kerkgebouw.”

Ze kan dan ook met iedereen goed overweg, vindt ze. “Dat was met m’n moeder ook zo. En beleefdheid weegt geen honderd kilo, zei ze altijd.” 

Als achtjarige begon ze haar moeder te helpen met de kosterstaken. “De voorzitter van de kerkenraad had gevraagd of mijn moeder kosteres wilde worden. Maar zij twijfelde er aan of dat wel kon, omdat ze hervormd was. Nou, dat was geen enkel probleem.” 

Op 1 januari 1941 is ze toen begonnen, en de kleine Roelia hielp graag mee. “Moeder werkte in de kerk net als thuis, ze pakte alles grondig aan. En één keer per jaar werd alles helemaal gewit door Reichel, een stukadoor van Duitse afkomst. De gordijnen werden gewassen, en gedroogd op de klopstok tussen het huis en de kerk. De loodzware kokoslopers moesten naar buiten, de banken geboend.”

Kolenkit op wieltjes
In de winter moest de kerk al vroeg warm gestookt worden, vervolgt Roelia. “Om zes uur werd de kachel aangemaakt met hout en cokes. Maar ik kon de kolenkit niet tillen, die was veel te zwaar. Daar had ik een karretje voor gemaakt, waar ik hem op kon zetten en zo naar de kerk rijden”, lacht ze.

De creativiteit zat er al vroeg in, want even daarvoor vertelde ze dat ze nog steeds graag knutselt. Ze leerde naaien van een vriendin die coupeuse was. 

“Ik heb heel wat bruidsjaponnen en doopjurken gemaakt, en zelfs een colbertjasje voor mijn man met paardenhaar, dat moest er in gepikeerd worden. Maar ik ben ook niet te beroerd om een gat te boren of te verven of behangen.” 

Samen met haar in 2017 overleden man was ze vaak in en om de kerk te vinden. “We zijn hier altijd bezig geweest. Bert nam het hoge werk voor zijn rekening.” Hij ging dus de ladder op om de goten schoon te maken en buitenom te zemen, maar tegenwoordig doet een glazenwasser dat.

Kerstboom versieren
Zelf hield Roelia in haar jonge jaren ook van klimmen. “Om de kerstboom te versieren en de piek er op te zetten moest ik bovenop het klankbord van de preekstoel klimmen.”

Ze zou het werk voorlopig nog niet willen missen. “Huwelijken zijn heel leuk, dan kun je losser zijn in je doen en laten. Bij uitvaarten gaat het er allemaal wat formeler aan toe.” 

Tegenwoordig heeft ze hulp bij het schoonmaken. “Mijn jongere vriendinnen doen het buk- en strekwerk, en ik poets het koper en was het glaswerk.” 

Veertig jaar deelde Roelia het kosterschap met haar moeder, daarna heeft ze die taak veertig jaar zelfstandig uitgevoerd, en onbezoldigd. Dat vond haar dochter Sylvia een heel goede reden om de krant te bellen. “Zo lang, zo’n trouwe, belangeloze inzet, dat is toch uniek? Daar heb ik bewondering voor.” 

En wat vindt haar moeder nu het fijnst aan die erebaan? Roelia aarzelt geen moment: “Mensen ontmoeten en een praatje maken. Ik heb weleens gedacht met het ouder worden: ik houd er mee op. Maar je blijft onder de mensen en je hersenen werken. Ik zou m’n kerk beslist niet willen missen.”

door Levien Vermeer

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Download onze app

Heb jij de app van Het Kontakt al?

Al het nieuws uit jouw regio
Direct op de hoogte
Gratis downloaden

Download onze app

Heb jij de app van Het Kontakt al?

Al het nieuws uit jouw regio
Direct op de hoogte
Gratis downloaden