Vervolgonderzoeken voor woningbouwproject Bleskensgraaf-West; nog geen akkoord met grondeigenaren
Algemeen
1.577
keer gelezen
BLESKENSGRAAF • De gemeente Molenlanden is nog steeds in gesprek met grondeigenaren om woningbouwproject Bleskensgraaf-West mogelijk te maken. Ook zijn er meerdere vervolgonderzoeken nodig.
Dat meldt het gemeentebestuur in een onlangs verstuurde nieuwsbrief. In de voorgaande editie, begin juli, stelde de gemeente dat het de bedoeling was om definitieve afspraken met de grondeigenaren te maken. Die afspraken zijn er nog niet.
‘We onderzoeken met de grondeigenaren in welke samenwerkingsvorm we invulling kunnen geven aan de woningbouwontwikkeling’, zo stelt het gemeentebestuur in de meest recente nieuwsbrief. Navraag leert dat de gemeente met samenwerkingsvorm en afspraken hetzelfde bedoelt. ‘We onderzoeken een manier waarbij recht wordt gedaan aan ieders belang.’
Een termijn waarop de afspraken definitief gemaakt kunnen worden, is er niet. ‘Op dit moment is nog niet te zeggen wanneer we een overeenkomst met de grondeigenaren kunnen sluiten.’
Vervolgonderzoek
Er zijn in de loop van het jaar meerdere onderzoeken afgerond, bijvoorbeeld naar de samenstelling van de bodem, archeologie en ecologie. Op andere thema’s is nog vervolgonderzoek nodig. ‘Deze worden de komende maanden uitgevoerd.’
In een nadere toelichting geeft het gemeentebestuur aan dat het daarbij in de eerste plaats om flora en fauna gaat. ‘Van maart tot en met september wordt het aanvullende onderzoek uitgevoerd. Dit kan straks parallel lopen met andere fasen van het project, dus de uitvoering van dit onderzoek levert geen vertraging op. De uitkomsten bepalen eventuele vervolg maatregelen.’
Stikstof
Ter voorbereiding van het bestemmingsplan zijn er nog meer onderzoeken nodig. ‘Denk bijvoorbeeld aan geluid- en stikstofonderzoek. Deze worden uitgevoerd zodra het stedenbouwkundig ontwerp gereed is.’
Om de nieuwe woningen ten westen van de Zevenhovenstraat te bouwen hebben zich al meerdere ondernemers gemeld. ‘Enkele ontwikkelende partijen hebben pro-actief hun interesse voor het project kenbaar gemaakt.’