Zaltbommel worstelt met huisvesting arbeidsmigranten

ZALTBOMMEL • Tuinbouwbedrijven in de Bommelerwaard werken veel met werknemers uit Polen, Bulgarije en Roemenië. Maar waar moeten al die mensen (tijdelijk) wonen?

Dat is al jaren een probleem. De werknemers wonen soms op recreatieterreinen, met meerdere mensen tegelijk in particuliere huurwoningen en soms slapen ze bij hoge uitzondering zelfs op matrassen in schuren van hun werkgevers. Dat moet anders, vindt de gemeente. En dus ligt er een plan om het de tuinders makkelijker te maken zelf huisvesting te regelen. Bijvoorbeeld in de vorm van tijdelijke cabins op het bedrijfsterrein.

Controleren

Politiek Zaltbommel worstelt ermee. Want hoe zorg je dat het kwalitatief goede huisvesting is. En hoe zorg je ervoor dat het de 'reguliere' woningmarkt niet verstoort. En hoe gaat de gemeente controleren dat de tijdelijke woningen inderdaad tijdelijk zijn.

Frambozenkweker Geert-Jan van Tuijl sprak donderdagavond in tijdens de carrouselvergadering. Zijn bedrijf kent twee 'pieken' per jaar. "In het voorjaar hebben we acht weken lang ongeveer zestig mensen nodig", vertelde hij. "En in het najaar nog een keer. We hebben een redelijk vaste groep oudere vrouwen uit Polen, die hier dan steeds komen werken. Op dit moment wonen ze door de hele Bommelerwaard heen, maar wij zouden dat graag op eigen terrein aanbieden. Frambozen plukken moet je echt leren, het duurt wel even voordat mensen echt goed kunnen plukken. Wij willen dus graag die ervaren mensen terug hebben en we willen goed voor ze zorgen." Van Tuijl zou het liefst tijdelijke cabins op eigen terrein plaatsen. Maar omdat hij twee pieken per jaar heeft en bij uitbreiding misschien wel drie pieken, zou het de cabins het liefst permanent willen laten staan. "Het kost erg veel geld om ze iedere keer weg te halen en weer terug te plaatsen", zei hij.

Rand van het dorp

Volgens wethouder Adrie Bragt zou dat moeten kunnen. "Maar dan mag het gebouw alleen gebruikt worden als er wordt geoogst", benadrukte hij. Daarnaast wordt volgens hem nagedacht om aan de randen van dorpen wooncomplexen te bouwen, waar werknemers van tuinbouwbedrijven tijdelijk in zouden kunnen wonen. Ook dat roept weer vragen op.

"Als je bijvoorbeeld tweehonderd mensen bij elkaar huisvest, dan hebben ze ook behoefte aan vertier", aldus Hein de Kort van het CDA. "Welke gevolgen heeft dat voor de leefbaarheid van de kernen?" En ook Nico van Wijk ziet grootschaligheid niet zitten, vooral niet op de terreinen van de kassen zelf. "Dan ontstaan er een soort mini-dorpjes, waar misschien ook wel kinderen komen te wonen en winkeltjes ontstaan. Dat willen wij niet." Waarop Frits van der Schans zich afvroeg hoe groot een tijdelijk gebouw wel niet moet worden, als het om 200 tot 400 mensen gaat. 

Een definitief oordeel sprak de carrousel donderdagavond niet uit. In de gemeenteraadsvergadering komt het nogmaals aan de orde.

Britta Alink